ADN Beursanalyse begrippen

| home | overzicht | candles | diamant | driehoek | fibonacci | hoofd en schouders | opties | opvolgende trendlijn | rechthoek | schotel | korte breuk | vlag | wig |

Keuze

A B C D E F G H I J K L M N O P R S T U V W Y Z Bibliografie
  • Aandeel
Een aandeel is een bewijs van deelneming in het kapitaal van een vennootschap bestaand uit een waardepapier aan toonder of op naam of een inschrijving op naam in een aandeelhoudersregister.
  • Aandeel aan toonder
Een bewijs van deelneming in het kapitaal van een vennootschap dat niet op naam is gesteld waardoor het gemakkelijk verhandelbaar is.
  • Aandeel op naam
Een bewijs van deelneming in het kapitaal van een vennootschap dat voorzien is van de naam van de aandeelhouder waardoor het niet zonder meer overdraagbaar is zoals een aandeel aan toonder.
  • Aandelensplitsing
Verkleining van de nominale waarde van een aandeel om de verhandelbaarheid van het aandeel te vergroten.
  • Aantrekkend
Beursstemming waarbij de koersen na een periode van stilstand of daling weer naar boven gaan.
  • Accommoderend beleid
De term die men gebruikt als een centrale bank een beleid voert dat erop gericht is de groei van de economie te stimuleren door de rente zodanig laag te houden dat bedrijven en consumenten geld willen lenen om respectievelijk te investeren en aankopen te doen. De bedoeling is dat hierbij geen inflatie ontstaat. Het begrip is afkomstig van de Engelse term accommodation, hetgeen in dit verband de betekenis van lening of voorschot heeft.
  • Achtergestelde lening
Lening die bij faillissement of opheffing van het uitgevende bedrijf pas wordt terugbetaald als alle andere schulden of bepaalde schulden zijn voldaan.
  • Activa
Dit zijn de bezittingen van een onderneming en staan op de debetzijde van de balans vermeld. Men maakt een onderscheid tussen vlottende en vaste activa. Vlottende activa zijn bezittingen met een levensduur korter dan een jaar zoals grondstoffen en voorraden en vaste activa zijn bezittingen met een langere levensduur zoals gebouwen en machines.
  • AEX-index
De AEX-index, afkorting voor Amsterdam Exchanges Index, is de officiële graadmeter voor de aandelenhandel in Nederland. Deze index heette vroeger EOE-index en werd ontwikkeld door de optiebeurs.
  • Afbrokkelend
Marktstemming waarbij de beurskoersen licht dalen.
  • Afdekken
Dit woord heeft twee betekenissen, met bedoelt hiermee namelijk zowel het terugkopen van effecten of valuta's die men eerder verkocht heeft zonder ze te bezitten als het afdekken van toekomstig koersrisico door het vastleggen van een bepaalde prijs voor een moment in de toekomst. Het eerste wordt in het Engels short covering en het tweede hedging genoemd. 
  • Afloopdatum
De laatste dag waarop het optierecht mag worden uitgeoefend, ook wel expiratiedatum genoemd. Het is in principe de derde vrijdag van de expiratiemaand van de desbetreffende optie, die daarna waardeloos wordt.
  • Aftermarket
De handel in een aandeel in de periode volgend op de beursintroductie ervan.
  • Agio
Het positieve verschil tussen de aankoopkoers van aandelen of obligaties en de nominale waarde van die stukken.
  • Agiobonus
Aandelen die een onderneming ten laste van de agioreserve gratis verstrekt aan zijn aandeelhouders.
  • Agioreserve
Reserve van een onderneming die door de uitgifte van aandelen boven de nominale waarde is ontstaan. Het verschil tussen de nominale waarde en deze uitgifte koers heet de agio.
  • AMX-index
Afkorting van Amsterdam Midkap Index. Deze index heette vroeger de Midkap-index, een naam die her en der nog steeds wordt gebruikt.
  • AScX-index
Afkorting van Amsterdam Small Cap Index.
  • Asset mix
De opdeling van een portefeuille in vijf categorieen: aandelen, obligaties, onroerend goed, edele metalen en liquiditeiten.
  • Asset stripping
Het na een overname in delen verkopen van de overgenomen onderneming.
  • At the money
Een optie is at-the-money als de uitoefenprijs vrijwel overeenkomt met de koers van de onderliggende waarde.
  • Averaging/middelen
Het op lagere koersen bijkopen van aandelen teneinde de gemiddelde aankoopprijs te verlagen.
  • Baby bond
Amerikaanse obligatie met een nominale waarde van minder dan $992
  • Baissemarkt
Een periode van dalende koersen, ook wel bearmarket of berenmarkt genoemd.
  • Baissier
Iemand die er bij zijn handelen op de beurs van uitgaat dat de koersen zullen gaan dalen.
  • Barrel
Eenheid van 159 liter waarin de prijs van ruwe olie in dollars wordt uitgedrukt.
  • BBP
Afkorting voor bruto binnenlands product. Dit is het totaal van goederen en diensten dat in een land wordt geproduceerd en wordt als een belangrijke maatstaf voor de economische prestaties gezien. Een daling of stijging van het BBP kan zowel door een daling respectievelijk stijging van de prijzen als door een daling of stijging van het volume van de productie worden veroorzaakt.
  • Bear trap
We spreken van een bear trap of een berenval wanneer een aandeel naar beneden door een steunniveau breekt, beleggers daarop stukken verkopen of anderszins speculeren op de voortzetting van de daling, maar de koers vervolgens alsnog stijgt.
  • Bearish / bear
Een dalende tendens noemt men bearish vanwege de manier waarop een beer in het gevecht zijn tegenstanders met zijn klauwen naar beneden probeert te slaan. Een bear is een belegger die gelooft dat de koersen zullen dalen.
  • Bearmarket
Een markt waarin de prijzen dalen, ook wel een baissemarkt genoemd.
  • Begrotingstekort
De situatie waarbij de overheidsuitgaven groter zijn dan de overheidsinkomsten.
  • Beige Book
Rapport dat 2 weken voor iedere meeting van het Federal Open Market Committee (FOMC) bekend wordt gemaakt en de basis vormt voor het rentebesluit van de Federal Reserve Board (FED). Het geeft een beeld van de economische condities in elk van de 12 districten van de Federal Reserve. Het rapport is vernoemd naar de kleur van zijn kaft.
  • Beleggingshorizon
Dit is de periode waarover u uw beleggingen aan wilt houden, deze periode is afhankelijk van het moment waarop u uw geld nodig denkt te hebben. Aan de hand van uw beleggingshorizon bepaalt u in welke categorie beleggingen u uw geld steekt, belangrijke categorieën zijn met name obligaties en aandelen. Beleggen in obligaties doet u vooral bij een lange beleggingshorizon, aandelen koopt u ook voor een kortere termijn. Hoe langer uw beleggingshorizon is hoe beter u bij de aankoop van aandelen theoretisch in staat bent dalingen van de effectenmarkten op te vangen. Dit is overigens een discutabele theorie. Vergelijkt u de aandelenkoersen van eind 2000 met de huidige koersniveaus dan zult u ontdekken dat de aandelenmarkt soms erg veel tijd nodig heeft om tot een herstel te komen, van sommige aandelen is de koers na vijf jaar nog steeds maar een fractie van die uit 2000. Dit pleit voor een actief beleid, ook als u een lange beleggingshorizon heeft. Hoe langer uw beleggingshorizon is, hoe langer het tijdsvenster kan zijn van de grafieken die u voor uw oordeelsvorming gebruikt. Zo is voor een lange termijn belegger de maandgrafiek het belangrijkst, terwijl de korte termijn belegger de voorkeur aan een dag- of misschien zelfs een uurgrafiek zal geven.
  • Benchmark
Een ijkpunt zoals een maatgevende index waarmee de ontwikkelingen van een beleggingsportefeuille worden vergeleken.
  • Beperkt royeerbare certificaten
Certificaten die, meestal tot een bepaald percentage van het geplaatste kapitaal, beperkt kunnen worden ingewisseld tegen aandelen.
  • Bestens order
Order voor aan- of verkoop van effecten waarvoor de belegger geen boven- of ondergrens voor aan- of verkoopprijs (limiet) heeft meegegeven oftewel kopen of verkopen tegen de best mogelijke prijs.
  • Bèta
Maatstaf voor de koersgevoeligheid van een aandeel. Een bèta groter dan 1 betekent een grotere en een bèta kleiner dan 1 een kleinere koersgevoeligheid dan het gemiddelde van alle beursfondsen.
  • Beursindex
Gewogen gemiddelde van een aantal belangrijke aandelen aan de hand waarvan het algemene koersverloop van een effectenbeurs kan worden beoordeeld.
  • Bewaarloon
De door banken in rekening gebrachte vergoeding voor het in bewaring nemen en administreren van effecten. De hoogte ervan wordt veelal bepaald door de waarde van de portefeuille en het aantal fondsen.
  • Biedkoers
Koers die door een liquidity provider op de aandelenmarkt of een market maker op de optiebeurs moet worden afgegeven waarvoor het beleggende publiek het aandeel of de optie kan kopen.
  • Black Monday
Maandag 19 oktober 1987, een zwarte dag in de geschiedenis van de beurs op Wall Street. De Dow Jones kelderde die dag met meer dan 22%, 508 punten, van 2246 naar 1738.
  • Blue chip
Het gebruik van de term "blue chip" als aanduiding voor gerenommeerde en financieel betrouwbare ondernemingen dateert uit het begin van de 20ste eeuw. De term stamt uit het pokerspel, blauw was de kleur van de fiches (chips) met de meeste waarde. De koppeling met poker is ironisch, omdat blue chip aandelen juist niet geassocieerd worden met gokken, maar juist met het tegenovergestelde daarvan.Traditionele blue chip bedrijven worden geacht conservatief, degelijk, open en eerlijk te zijn. De afgelopen jaren is gebleken dat een aantal van die bedrijven minder of in het geheel niet betrouwbaar was en dat heeft nogal wat afbreuk gedaan aan de term blue chip. Misschien was de vergelijking met het pokerspel toch nog niet zo slecht.....
  • Bodem
Een bodem is een tijdelijk of absoluut dieptepunt in een koersgrafiek. Langs verschillende bodems in een grafiek kan een trendlijn getrokken worden.
  • Boekwaarde
De waarde van een bezitting, vordering of schuld zoals die is aangegeven in de financiële administratie. Bij een bezitting gaat het hierbij om de aanschafprijs verminderd met de afschrijvingen.
  • Boekwinst
Winst die ontstaat door het verkopen van bedrijfsmiddelen -of onderdelen tegen een hoger bedrag dan de boekwaarde.
  • Bollinger Bands
Bollinger Bands, ontworpen door John Bollinger, bestaan uit drie lijnen. De middelste lijn is een voortschrijdend gemiddelde, over het algemeen wordt daarvoor het 20daags gemiddelde gebruikt. Boven en onder deze middellijn bevinden zich twee lijnen die berekend worden met behulp van de standaarddeviatie, een maat voor de spreiding van een rij getallen om het gemiddelde. De bovenste lijn ligt meestal twee maal de standaarddeviatie boven de middellijn, de onderste er meestal twee maal onder. Bollinger Bands zijn hierdoor een maat voor de volatiliteit, hoe beweeglijker de markt, hoe verder de banden uit elkaar liggen. In rustiger periodes lopen de banden dan weer naar elkaar toe. Bollinger Bands hebben de volgende algemene karakteristieken: -De koers pleegt over het algemeen tussen de uiterste banden te blijven. -Scherpe prijsbewegingen doen zich over het algemeen voor als de banden dichter bij elkaar komen en de volatiliteit afneemt. -Als de koers toch buiten een band komt betekent dat meestal een voortzetting van de huidige trend. -Een beweging loopt vaak van de ene band naar de andere band, maar kan ook steun of weerstand van de middellijn ondervinden.
  • Bonusaandeel
Dit is een aandeel dat een onderneming gratis aan de aandeelhouders geeft. Als dit aandeel ten laste van de agioreserve wordt uitgekeerd spreken we over een agiobonus. Een agiobonus is voor de particulier belegger belastingvrij.
  • Breakaway gap
Dit type gap komt meestal voor bij een uitbraak uit een koerspatroon of doorbraak van een belangrijk steun- of weerstandsniveau of weerstandslijn. Het breakaway gap is zeer waardevol als voorbode van een snelle en belangrijke koersbeweging in de richting van de uitbraak. Bij breakaway gaps gaat het bijna nooit om valse uitbraken en ze verminderen het instaprisico dus sterk. Ze worden vrijwel nooit direct gesloten en bieden daardoor een goed instap moment. Wordt een breakaway gap wel gesloten dan is er alsnog sprake van een valse uitbraak en moeten we de koersontwikkeling met argwaan volgen.
  • Break-even point
Het punt waarop een bedrijf winst noch verlies maakt.
  • Brent
Gemeenschappelijke benaming voor de oliesoorten die in de Noordzee gewonnen worden.
  • Broker
Engelse term voor makelaar of effecten handelaar.
  • Bronbelasting
Belastingheffing op beleggingsopbrengsten, ook wel dividendbelasting genoemd.
  • Bullish / bull
Een stijgende tendens noemt men bullish vanwege de manier waarop een stier in het gevecht zijn tegenstanders op de hoorns neemt en in de hoogte probeert te werpen. Een bull is een belegger die gelooft dat de koersen zullen stijgen.
  • Bullmarket
Markt waarin de prijzen stijgen.
  • Bull trap
Een bull trap oftewel stierenval is een situatie waarin een aandeel of index naar boven door een weerstandsniveau breekt, beleggers daarop stukken kopen of anderszins speculeren op de voortzetting van de stijging, maar de koers vervolgens alsnog tot onder het weerstandsniveau daalt. De bulls zijn door hun reactie op de doorbraak als het ware in de val gelopen.
  • Buy-and-hold
Kopen en houden, een beleggingsstrategie waarin een portefeuille grotendeels ongewijzigd blijft. De achterliggende gedachte is dat aandelen op de lange termijn altijd een goed rendement te zien geven en je ze daarom niet hoeft te verkopen. Beleggers die deze methode hanteren passen over het algemeen wel diversificatie toe, hetgeen wil zeggen dat zij een portefeuille hebben die zich over meerdere sectoren en landen uitstrekt. Zijn er in de portefeuille dan aandelen die minder goed presteren dan wordt dat door aandelen uit andere categorieën opgegevangen.
  • CAC40
Dit is de index van de 40 belangrijkste Franse aandelen die op de beurs van Parijs worden verhandeld. CAC is de afkorting van Cotation Assistée Continue, vrij vertaald 'notering die continue beschikbaar is'.
De candlestick methode stamt uit het Verre Oosten. Het is een grafische techniek om koersbewegingen weer te geven. Een candle bestaat uit een rechthoekje dat het verschil tussen opening en slot weergeeft (body of lichaam) en een lijntje dat daar onder- en/of bovenuit kan steken. Candles zijn van origine wit of zwart. Is het lichaam wit dan betekent dit dat de slotkoers van die candle boven de openingskoers ligt, is het lichaam zwart dan ligt de slotkoers onder die opening. Zo kunnen we in één oogopslag zien of er binnen die candle (die op deze site een week, een dag, een uur of een kwartier kan vertegenwoordigen) een stijging dan wel daling is geweest. Op deze site worden ook de kleuren rood en groen gebruikt om aan te geven hoe het slot lag t.o.v. het slot van de voorgaande candle. Is de candle rood dan lag dat lager, is de candle groen dan lag die hoger.
  • Capital gain tax
Dit is de Amerikaanse term voor vermogensbelasting. Er moet in de VS belasting worden betaald over koerswinsten, terwijl koersverliezen er fiscaal aftrekbaar zijn.
  • Cash margin
Geldbedrag dat ter dekking van shortposities die zijn ontstaan door het schrijven van opties moet worden aangehouden.
  • Cash settlement
Bij index- en dollaropties vindt op de afloopdatum geen levering van de onderliggende waarde plaats, maar een contante verrekening van het verschil tussen de uitoefenprijs en bij expiratie bepaalde afrekeningskoers. Men noemt dit cash settlement.
  • CDR
Dit is een afkorting van Continental Depositary Receipt, een op een continentale Europese beurs genoteerd certificaat aan toonder van een Amerikaans, Brits of Japans aandeel.
  • CEO
Chief Executive Officer, afgekort tot CEO, is de Engelse term waarmee de algemeen directeur van een bedrijf wordt aangeduid.
  • Certificate
Kortlopende Amerikaanse staatsobligatie.
  • Chart
Dit is een ander woord voor koersgrafiek.
Handelsplatform dat begin 2007 is opgericht door handelshuis Instinet, een volle dochter van de Japanse bank Nomura. Chi-X is een concurrent van Euronext en ontwikkeld voor professionele partijen zoals banken, brokers, market makers en hedgefondsen. Het platform is ontstaan uit onvrede over de kosten die de beurzen voor transacties in rekening brengen en is vele malen goedkoper. Dit kostenvoordeel wordt zolang Chi-X geen groot marktaandeel weet te verwerven overigens voor een deel teniet gedaan door ver uiteen liggende bied- en laatprijzen, een effect dat afneemt naarmate men er in slaagt een groter handelsvolume naar zich toe te trekken.
  • Claim
Een claim is een voorkeursrecht bij uitgifte van nieuwe aandelen of converteerbare obligaties dat aan bestaande aandeelhouders wordt toegekend. Deze toekenning noemt men een claim-emissie.
  • Claimverhouding
Het aantal claims dat vereist is voor inschrijving op een nieuw aandeel of converteerbare obligatie.
  • Clearing
Het afwikkelen van optietransacties en het garanderen van optieverplichtingen.
  • Clearing Member
Organisatie die als lid van de ESCC en/of IOCC de afwikkeling van optietransacties regelt en instaat voor de nakoming van uit opties voortvloeiende verplichtingen.
  • Close on high
Als de koers dichtbij of op zijn hoogste punt sluit is dat vaak een goede aanwijzing dat de stijging de volgende dag voortgezet zal worden. Het aandeel of de index kon door de sluiting van de beurs als het ware niet meer verder stijgen en doet dat dan de volgende dag alsnog. Het is wel zaak te controleren of er zich tussen slot en opening geen ontwikkelingen hebben voorgedaan die dit in de weg staan.
  • Close on low
Als de koers dichtbij of op het laagste punt van de dag sluit is dat dikwijls een goede aanduiding voor een vervolg van de daling de volgende dag, het omgekeerde effect van een close on high.
  • Closed End Fund
Beleggingsfonds waarbij het aantal uitgereikte deelnemersbewijzen vast ligt. De waarde van deze deelnemersbewijzen is in sterke mate afhankelijk van vraag en aanbod.
  • Cluster

 

Een cluster is een groep candles en/of candle patronen die allen rond hetzelfde koersniveau steun of weerstand aangeven en zo elkaar bevestigen. Ze hoeven niet noodzakelijkerwijs bij elkaar te staan, er mag ook tijd tussen zitten. Het ontstaan van een cluster op een bepaald niveau vergroot de kans dat de markt op dat punt om zal slaan.
  • Collateral
In onderpand gegeven zekerheden ter dekking van marginverplichtingen.
  • Commercial Paper (CP)
Internationale benaming voor kortlopende verhandelbare schuldbewijzen aan toonder op discontobasis uitgegeven door niet-kredietinstellingen.
  • Commissaris
Functionaris bij een BV of NV die vanuit het belang van de onderneming toezicht uitoefent op en raad geeft aan de directie van de vennootschap.
  • Commissaris voor de Notering
Functionaris die erop toeziet dat de handel in effecten op de Amsterdamse effectenbeurs volgens de geldende voorschriften verloopt.
  • Commissionair in effecten
Persoon of organisatie die voor zichzelf of voor klanten in effecten handelt.
  • Commodities
Commodities zijn grondstoffen of basisproducten die internationaal en overwegend via termijncontracten worden verhandeld. Tot deze groep behoren een veelheid aan producten, zoals bijvoorbeeld ruwe olie en gas, basismetalen als goud, zilver, aluminium, koper, zink, nikkel en lood, maar ook voedselproducten als graan, sojabonen en zelfs vee.
  • Common gap
Het common gap is het minst belangrijke van de vier soorten gaps en zegt vrij weinig over de koersontwikkeling. Het komt gewoonlijk voor in een trading range of bij weinig verhandelde aandelen. In een dunne handel (weinig vraag en aanbod) kunnen relatief kleine orders al gaps doen ontstaan, meestal worden ze door analisten genegeerd.
  • Conjunctuur
Golfbeweging in de economie.
  • Conjunctuurbarometer
Statistisch instrument waarmee een omslag in de economische groeicyclus voortijdig kan worden gesignaleerd.
  • Consolidatiepatroon
Dit is een patroon dat aangeeft dat er een periode van rust is ingetreden in de voorafgaande trendmatige koersontwikkelingen. In deze periode zien we een koersontwikkeling die meest zijwaarts verloopt. Na deze periode wordt over het algemeen de voorgaande trend hervat.
  • Contant dividend
Aandeel in de winst dat contant uitgekeerd wordt.
  • Continuatiepatroon
Een patroon dat aangeeft dat de aan het patroon voorafgaande trend waarschijnlijk zal worden voortgezet. Het wordt ook wel voortzettingspatroon genoemd.
  • Contrarian
Iemand die precies het tegenovergestelde doet van hetgeen de grote stroom beleggers doet.
  • Controlerend belang
Als een aandeelhouder over voldoende stemgerechtigde aandelen beschikt om in een aandeelhoudersvergadering beslissingen te kunnen nemen noemt men dat een controlerend belang.
  • Convergentie
We spreken van convergentie als meerdere technische signalen samenvallen op of rond hetzelfde koersniveau en zo elkaar bevestigen. Technische signalen kunnen bestaan uit candle patronen, klassieke Westerse signalen of een combinatie van beiden. Het feit dat ze in dezelfde richting wijzen vergroot de waarschijnlijkheid dat de signalen juist zijn en maakt het eenvoudiger de juiste analyse te maken. Binnen de candlestick theorie is een cluster een voorbeeld van convergentie.
  • Conversie
Met deze term bedoelt men het omwisselen in aandelen van converteerbare obligaties oftewel convertibles, maar ook het omwisselen van een hogerentende obligatie in een laagrentende obligatie valt onder deze uitdrukking. De conversiekoers is de aandelenkoers waartegen converteerbare obligaties tijdens de conversieperiode in aandelen van de desbetreffende onderneming kunnen worden omgewisseld, de conversieperiode is een tijdsduur die door de onderneming wordt vastgesteld. Is er bij conversie een gunstig verschil tussen conversiekoers en beurskoers dan spreekt men over een conversie-agio, is het nadelig dan gebruikt men de term conversie-disagio.
  • Convertible
Een convertible is een converteerbare obligatie, dit is een obligatie die onder bepaalde vooraf vastgestelde voorwaarden gedurende een vastgestelde periode kan worden omgewisseld in aandelen van de onderneming die de convertibles heeft uitgegeven.
  • Core business
Hiermee bedoelt men de kernactiviteiten van een onderneming.
  • Core PCE deflator
Amerikaanse inflatiemaatstaf voor de consumentenprijzen exclusief voedsel en energie. PCE is een afkorting van personal consumption expenditure.
  • Cornering
Illegale prijsbeïnvloeding door een kleine groep beleggers.
  • Corporate bond
Obligatie die door een bedrijf is uitgegeven.
  • Corporate finance
Onder corporate finance verstaat men bankdiensten op het terrein van ondernemingsfinanciering. Hieronder valt ook het uitgeven van waardepapier en advisering op het gebied van fusies en overnames.
  • Corporate governance
Een stelsel van omgangsvormen voor bij de vennootschap en onderneming betrokken directe belanghebbenden -met name bestuurders, commissarissen en kapitaalverschaffers- inhoudende een aantal regels van goed bestuur en goed inzicht en regels voor de verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden die een evenwichtige invloed bewerkstelligen van bij de vennootschap en haar onderneming betrokkenen (uit: 'Corporate Governance Nederland', Commissie Corporate Governance).
  • CPB
CPB is een afkorting voor Centraal Plan Bureau, het economisch adviesorgaan en rekeninstituut van de regering dat onderdeel is van het Ministerie van Economische Zaken.
  • CPI
Consumer price index oftewel consumenten prijs index, een cijfer dat maandelijks door de Amerikaanse overheid bekend wordt gemaakt en een belangrijke graadmeter voor de inflatie is.
  • Crash
Een crash of krach betreft een grote instorting van de aandelenkoersen.
  • Credit rating agency
Credit rating agencies zijn organisaties als het Amerikaanse Standard & Poor's en Moody's die banken en bedrijven beoordelen op hun kredietwaardigheid. Zij geven daarbij zogenaamde 'ratings' die variëren van de hoogste rating AAA (triple A) voor bedrijven die als risicoloos worden gezien tot ratings als BB of lager voor risicovolle ondernemingen.
  • Cumulatief preferent aandeel
Aandeel dat na jaren waarin geen dividend werd uitgekeerd recht geeft op uitkering van het gehele achterstallige dividend. Pas als deze uitkeringen zijn gedaan mag er dividend aan de overige aandeelhouders worden uitgekeerd.
  • Current ratio
De vlottende activa gedeeld door de kortlopende schulden.
  • Cyclische waarden
Onder cyclische waarden verstaat men de aandelen van ondernemingen die actief zijn in een conjunctuurgevoelige bedrijfstak zoals bijvoorbeeld de papierindustrie, staalindustrie of scheepvaart.
  • Dagorder
Een dagorder is een aan- of verkooporder die alleen geldt voor de dag waarop zij is opgegeven.
  • Daisy chain
Het gaat hierbij om een groep beleggers ('keten van madeliefjes') die gezamenlijk schijnhandel bedrijven met als doel er buitenstaanders in te betrekken die vervolgens het slachtoffer worden van winstnemingen van de groep.
  • DAX
Dit is de afkorting van Deutscher Aktienindex, de Duitse beursgraadmeter van de 30 belangrijkste aandelen op de beurs van Frankfurt.
  • Deelneming
Een belang in het aandelenkapitaal van een onderneming dat tussen 5% en 50% van het totaal aantal uitgegeven aandelen van die onderneming ligt.
  • Deelnemingsvrijstelling
Om te voorkomen dat in een situatie waarin een vennootschap een 5% belang of meer in een andere vennootschap heeft over dezelfde winst twee maal vennootschapsbelasting wordt geheven kennen we in Nederland de zogenaamde deelnemingsvrijstelling. De aandeelhouder is in dat geval vrijgesteld van het betalen van vennootschapsbelasting over het belang.
  • Deep discount bond
Obligatie met een rente die onder de marktrente en een uitgiftekoers die onder de nominale waarde ligt.
  • Defensieve waarden
Aandelen van bedrijven die ten opzichte van andere bedrijven minder gevoelig zijn voor conjunctuurschommelingen. Het kunt dan bijvoorbeeld denken aan financiële waarden en bedrijven uit de voedingssector.
  • Deflatie
Daling van het algemene prijspeil oftewel de waardevermeerdering van het geld die ervan het gevolg is.
  • Dekkingsaankopen
Het terugkopen van effecten of valuta's die men eerder heeft verkocht zonder ze daadwerkelijk in bezit te hebben.
  • Dekkingsverplichting
Dekkingsverplichting of margin is het bedrag dat men bij bank of broker in contanten of in waardepapieren aan moet houden als zekerheid voor de verplichting die men aangaat bij het ongedekt schrijven van een optie.
  • Deponeren
Onder deponeren wordt verstaan het bij een bank in bewaring geven van effecten.
  • Deponeringsbewijs
Dit is een bewijs van aandeelhoudersschap dat men verkrijgt van de bank waarmee men toegang krijgt tot de aandeelhoudersvergadering.
  • Deposito
Het uitzetten van geld bij een bank tegen een vooraf afgesproken termijn en vergoeding.
  • Depotmargin
Onderpand bestaand uit effecten dat fungeert als dekking van ongedekt geschreven opties.
  • Depreciatie
Waardevermindering van een munteenheid ten opzichte van andere valuta.
  • Derivaat
Derivaten zijn afgeleide producten als bijvoorbeeld opties en futures waarvan de waarde gekoppeld is aan bijvoorbeeld aandelen, indices, valuta of grondstoffen die we daarbij de onderliggende waarde noemen.
  • Devaluatie
De beslissing tot waardevermindering van een nationale munt door die munt ten opzichte van munteenheden van andere landen goedkoper te maken.
  • Disagio
We spreken van een disagio als een waardepapier minder dan de nominale waarde waard is.
  • Discontopercentage
Dit is het rentepercentage dat de Nederlandsche Bank banken vraagt voor het lenen van geld.
  • Discount rate
De discount rate is de rente die gerekend wordt voor leningen die Amerikaanse banken ontvangen van hun regionale Federal Reserve Bank.
  • Divergentie
Als een koers een nieuwe top of bodem neerzet terwijl een bijbehorende indicator dat niet doet noemt men dat divergentie. Divergentie kan ook optreden tussen twee indices die in koersontwikkeling met elkaar vergelijkbaar zijn. Zet de AEX bijvoorbeeld een nieuwe top neer terwijl de DAX dit niet doet, dan noemt men dit eveneens divergentie. Divergentie is aanleiding de koersontwikkeling nauwkeurig te volgen, omdat het een eerste signaal kan zijn van een mogelijke trendomkeer. Het is echter wel zaak te wachten op bevestiging in de koersontwikkeling, want je weet nooit vooraf hoeveel divergentie er in de grafiek gaat lopen en hoelang dat duurt. Vaak betreft divergentie twee toppen of bodems, maar het kunnen er ook meer zijn. Een enkele keer verdwijnt divergentie volledig doordat de indicator alsnog de koers volgt. Minder bekend dan de gewone divergentie is het begrip verborgen divergentie. Als een koers een hogere bodem neerzet terwijl de indicator juist een lagere bodem neerzet óf als de koers een lagere top neerzet terwijl de indicator op dat moment een hogere top neerzet noemt men dat verborgen divergentie. In het eerste geval bevestigt het de opwaartse kracht in het koersverloop en in het tweede geval de neerwaartse kracht.
  • Dividend
Deel van de winst dat aan aandeelhouders wordt uitgekeerd, deze uitkering kan zowel contant als in de vorm van aandelen plaats hebben.
  • Dividendbelasting
Belasting op dividend uitkeringen door binnen Nederland gevestigde NV's en BV's. Deze belasting is verschuldigd door de uitkerende vennootschap en wordt daarom op het dividend ingehouden als voorheffing op de inkomstenbelasting.
  • Dividendrendement
Het dividend dat door een onderneming wordt uitgekeerd gedeeld door 1% van de beurskoers van het aandeel van die onderneming.
  • Dividendrenseignering
Banken en brokers zijn verplicht een maal per jaar aan de fiscus een overzicht van de aan klanten uitgekeerde dividenden te verstrekken, men noemt dit dividendrenseignering.
  • Dividendreserve
Dit is de reserve die een onderneming in goede jaren kan vormen om in jaren waarin het minder goed gaat toch dividend uit te kunnen keren aan de aandeelhouders.
  • Doorrollen
Het vervangen van een bepaalde optiepositie door een optiepositie met een latere afloopmaand of andere uitoefenprijs.
  • Dow Jones index
De Dow Jones Industrial Average Index (DJIA) is een beursindex waarin de dertig meest toonaangevende aandelen zijn vertegenwoordigd. Naast de Dow Jones Industrial Index, een algemene index, kent men in de VS nog de Dow Jones Transportation Index en Dow Jones Utilities Index, hetgeen beiden sectorindices zijn.
  • Down trend
Een periode waarin een koers lagere toppen en lagere bodems vormt.
  • Due diligence onderzoek
Een onderzoek dat wordt uitgevoerd bij overnames of bij de uitgifte van nieuwe aandelen en/of obligaties waarbij de koper respectievelijk de bank die de emissie verzorgd de administratie van de over te nemen partij of de uitgevende instelling onderzoekt.
  • Dunne markt / dunne handel
Hiervan is sprake als er een of meerdere dagen weinig wordt gehandeld op de effectenbeurs. Grote orders kunnen in een dunne markt flinke verschuivingen veroorzaken.
  • EBITDA
Afkorting van Earnings Before Interest Taxes Depreciation and Amortisation, oftewel opbrengsten voor aftrek van rentekosten, belastingen, afschrijvingen en amortisatie (overdragen, aflossen) van goodwill. Bedrijven permitteren zich nogal wat vrijheid bij het uitdrukken van de winst. Naast het heldere begrip nettowinst- of verlies, oftewel het bedrag dat overblijft wanneer alle uitgaven zijn afgetrokken van alle inkomsten, gebruiken veel ondernemingen ook graag andere begrippen die de aandacht afleiden van het nettoresultaat. Een bedrijf dat zwaar gebukt gaat onder rentelasten of flink moet afschrijven op slechte investeringen legt liever de nadruk op de "ebitda" cijfers omdat daarin deze vervelende posten buiten beschouwing kunnen worden gelaten en de resultaten met name naar de belegger veel positiever kunnen worden gepresenteerd.
  • ECB
Dit is de afkorting van Europese Centrale Bank. De ECB is de centrale bank voor de Europese gemeenschappelijke munt, de euro. Het hoofddoel van de ECB is het handhaven van de koopkracht van de euro en daarmee prijsstabiliteit in het eurogebied. Het eurogebied omvat de 12 landen van de Europese Unie die de euro sinds 1999 hebben ingevoerd.
  • ECD
Dit onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken, voluit Economische Controledienst, houdt zich bezig met de opsporing van economische delicten.
  • EFCC
European Futures Clearing Corporation:  onderdeel van de Amsterdam Exchanges dat zich bezighoudt met de administratieve afhandeling (clearing) van futures op de FTA (Financiële Termijnmarkt Amsterdam) dat begin 1997 is opgegaan in de AEX-optiebeurs.
  • EOCC
De European Options Clearing Corporation (EOCC) is een holding voor de clearing bedrijven van de optiebeurs, te weten ESCC en IOCC.
  • Effecten
Verzamelnaam voor aandelen, obligaties en andere verhandelbare waardepapieren, ook wel stukken genoemd.
  • Effectenarbitrage
Het door de beroepshandel profiteren van koersverschillen voor eenzelfde fonds op hetzelfde tijdstip op verschillende beurzen.
  • Effectenportefeuille
Het totaal aan effecten dat een belegger bezit.
  • Economic indicators
In Amerika worden regelmatig cijfers bekend gemaakt die een indicatie geven van de staat waarin de economie verkeert, de zogenaamde economic indicators. Men onderscheidt hierin leading (vooruitlopende) indicatoren waarmee men enkele maanden vooruit probeert te kijken en lagging (naijlende) indicatoren die achteraf reageren op veranderingen in de economie.
  • Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit het aandelenkapitaal met daarbij de reserves en de onverdeelde winst.
  • EMAxx
Dit is de afkorting voor het Exponential Moving Average ofwel exponentieel voortschrijdend gemiddelde van xx dagen. Het gewone voortschrijdend gemiddelde is het gemiddelde van de slotkoersen van de laatste xx dagen en wordt na iedere candle opnieuw berekend. Het exponentieel voortschrijdend gemiddelde wijkt hier van af doordat de laatste dagen zwaarder worden meegerekend dan de eerste dagen, waardoor recente koersbewegingen beter worden gevolgd. Op deze site vindt u het 50daags exponentieel gemiddelde altijd als een magenta stippellijn en het 200daags exponentieel gemiddelde als een rode stippellijn in de indexgrafieken terug.
  • Emerging markets
Dit zijn landen waarvan de economische ontwikkeling achterloopt bij die van westerse landen, maar die een zodanig snelle economische groei laten zien dat zij opkomende economieën worden genoemd.
  • Emissie
Onder een emissie verstaat men het uitgeven van effecten waarop eenieder in kan schrijven.
  • Emissiekoers
De koers waarop een emissie of uitgifte van aandelen of obligaties plaats heeft, ook wel uitgiftekoers genoemd.
  • Emissieprospectus
Als een onderneming middels een emissie aandelen of obligaties uit gaat geven wordt door deze onderneming een financieel overzicht publiek gemaakt dat zowel door een externe accountant als door de beursorganisatie goedgekeurd is. Door deze (emissie-)prospectus kan eenieder die overweegt in te schrijven zich een oordeel vormen over de onderneming.
  • Emittent
Onder emittent kan zowel een onderneming die aandelen of obligaties uitbrengt als de bank die dit verzorgt worden verstaan.
  • EMU
Sinds 1999 bestaat de Economische en Monetaire Unie, afgekort EMU, waar één gemeenschappelijk monetair beleid wordt gevoerd en waar sinds 2002 in twaalf landen (België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal en Spanje) met de euro wordt betaald.
  • ESCB
Het Europees Stelsel van Centrale Banken, afgekort ESCB, omvat de ECB en de nationale centrale banken (NCB’s) van alle EU-lidstaten (Artikel 107, lid 1 van het Verdrag), ongeacht of zij de euro hebben ingevoerd of niet.
  • ESCC
European Stock Options Clearing Corporation B.V., clearing instituut dat zorgdraagt voor de afwikkeling en garantie van alle transacties in aandelen-, aandelen-index en obligatie-opties.
  • ETF
Een exchange traded fund, afgekort ETF, is een beleggingsfonds dat op de beurs verhandeld wordt. Het wordt ook wel een indexfonds of indextracker genoemd. Een ETF volgt de index waarop het van toepassing is en dat gebeurt zo nauwkeurig mogelijk.
  • EU
De Europese Unie (EU) is een gemeenschap van democratische Europese landen. Haar lidstaten hebben gemeenschappelijke instellingen opgericht waaraan zij een deel van hun soevereiniteit overdragen zodat beslissingen over bepaalde aangelegenheden van gemeenschappelijk belang democratisch genomen kunnen worden op Europees niveau.
  • Eurobonds
Obligatieleningen die in verschillende Europese landen worden verhandeld.
  • Euroclear
Euroclear is het in Brussel gevestigde uitvoeringsinstituut voor de afwikkeling van internationaal effectenverkeer.
  • Eurodollar
Eurodollars zijn dollars die door niet-ingezetenen van de Verenigde Staten worden gedeponeerd bij een bank buiten de VS, zonder daar te worden omgezet in lokale munt.
  • Eurotop-100 index
Index die is samengesteld uit de honderd meest belangrijke aandelen op de diverse Europese beurzen.
  • EVA
Economic Value Added (toegevoegde economische waarde) is een methode om de ware economische waarde aan te geven die een onderneming creëert met het door aandeelhouders en geldleners beschikbaar gestelde vermogen. Daarnaast is het ook de afkorting van Europese Vrijhandels Associatie oftewel European Free Trade Association (EFTA) waarvan IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland lid zijn.
  • Ex
Dit is de koers van een aandeel waar bonus, claim, dividend, stock of warrant al van af is.
  • Executiewaarde
De verwachte waarde van een goed bij gedwongen openbare verkoop.
  • Exercise
Engels woord voor uitoefenen van een optierecht.
  • Exhaustion gap
Een exhaustion gap of uitputtingsgap komt voor aan het eind van een belangrijke koersbeweging. Het is als het ware een laatste plotselinge sprong naar boven of naar beneden. Het wordt gewoonlijk binnen enkele candles gevuld en als dat gebeurt dan is dat een teken van een mogelijke trendomkeer. Exhaustion gaps en runaway gaps zijn op het moment van ontstaan moeilijk van elkaar te onderscheiden.
  • Expiratie
Opties hebben een vaste looptijd die met een maand en een jaartal wordt aangegeven. Iedere derde vrijdag van de maand lopen de optieseries van die maand af, men gebruikt daarvoor de term expireren.
  • Expiratiecyclus
De maanden waarin opties van een bepaalde optieklasse aflopen noemt men een cyclus. Er zijn drie cycli: -jan, apr, jul en okt -feb, mei, aug en nov -mrt, jun, sept en dec. Verder bestaan er nog langlopende opties met als afloopmaand de maand oktober.
  • Expiratiedatum
De laatste dag waarop het optierecht mag worden uitgeoefend, ook wel afloopdatum genoemd. Het is in principe de derde vrijdag van de expiratiemaand van de desbetreffende optie, die daarna waardeloos wordt.
  • Falcon
Falcon is de korte naam voor Fixed term Agreement for Long term Call Options on esisting securities. Het gaat om niet door de optiebeurs uitgegeven langlopende call opties op effecten.
FNMA (verbasterd in Fannie Mae) is de afkorting voor Federal Mortgage Association, een Amerikaanse onderneming die hypotheken verstrekt en ter financiering obligaties uitzet. Het is een van de grootste hypotheekverstrekkers in de VS.
  • Fascon
Fascon is de korte naam voor Fixed term Agreement for Short term Call Options on existing securities. Het is een niet door de optiebeurs uitgegeven kortlopende call optie op effecten.
Het Federal Reserve System (FED) is het stelsel van centrale banken in de Verenigde Staten dat is ingesteld middels de Federal Reserve Act dat dateert uit 1913. De Verenigde Staten zijn hiertoe opgedeeld in twaalf Federal Reserve Districts met ieder een Federal Reserve Bank, deze banken vormen samen het Federal Reserve System.
Fibonacci was een Italiaanse wiskundige die leefde in de 13e eeuw. Hij vond een getallen reeks waarvan het nieuwe getal steeds bestaat uit de som van de twee voorgaande getallen : 0,1,1,2,3,5,8,13,21,34,55, enz. Als we een getal delen door het voorgaande dan blijkt de uitkomst steeds 1,618 te zijn. Als we een getal delen door het volgende getal dan is de uitkomst steeds 0,618. Later is ontdekt dat deze ratio's behalve op allerlei natuurkundige fenomenen ook op koersen kunnen worden toegepast en men kwam zo tot de ontdekking dat retracements vaak met de percentages 38,2%, 50% of 61,8% plaatsvinden.
  • FIBOR
Frankfurt Interbank Offered Rates, het rentetarief op deposito's dat Duitse banken onderling hanteren.
  • Fill or kill order
Dit is een order die in zijn geheel direct moet worden uitgevoerd, gebeurt dat niet onmiddelijk na plaatsing dan wordt de order automatisch geroyeerd.
  • Financieringstekort
Tekort op de rijksbegroting dat wordt gedekt doordat de overheid obligatieleningen op de kapitaalmarkt uitzet.
  • Fixed settlement
Dit is het systeem van de effectenbeurs waarbij levering en betaling (settlement) van effecten beide binnen drie werkdagen na de transactiedatum plaats moet vinden. 
  • Flauw
Bij een beursstemming waarbij praktisch alle koersen naar beneden gaan spreekt men van een flauwe markt of flauwe handel. Zie ook zeer flauw.
  • Flippen
Beursjargon voor aandelen Philips.
  • Flitskapitaal
Kapitaal dat in een onderdeel van een seconde electronisch van het ene naar het andere land wordt verplaatst.
  • Floating rate notes
Floating rate notes (afgekort FRN) zijn obligaties (notes) met een variabele rente (floating rate). Deze rente wordt periodiek aangepast aan de hand van interbancaire deposito tarieven.
  • Fonds
Dit is een andere benaming voor effect of waardepapier.
  • Fondcode
Een fondscode is de code waaronder een effect op de AEX-effectenbeurs wordt verhandeld, een code die bestaat uit een combinatie van cijfers en/of letters. Ieder effect heeft zijn eigen fondscode. 
  • Fondsenreglement
Voorschrift van de AEX-effectenbeurs waarin staat vermeld wat de vereisten voor notering aan deze beurs zijn.
  • Fondsenstaat
Overzicht van bezittingen aan effecten en opties zoals dat door banken of commissionairs aan klanten wordt verstrekt.
Het Federal Open Market Committee is het uit twaalf leden bestaande comité dat binnen het Federal Reserve System (FED) verantwoordelijk is voor besluiten aangaande de kosten van en de beschikbaarheid van geld en kredieten in de economie. De groep neemt een keer per maand een rentebesluit. Het comité wordt vanaf medio januari 2006 voorgezeten door Ben Bernanke die de opvolger is van Alan Greenspan. Leden zijn de zeven leden van de Board of Governors, aangevuld met vijf Reserve Bank presidents waarvan er een afkomstig is van de Federal Reserve Bank of New York.
  • Footsie
Populaire naam voor de afkorting FTSE.
  • FTI
Symbool voor een future op de AEX-index.
  • FTSE-100 index
Financial Times Index waarin 100 in London genoteerde aandelen zijn opgenomen. Deze index wordt gezien als de beursbarometer voor de Engelse beurs.
  • Fund
Engelse term voor beleggingsfonds.
  • Fundamentele analyse
Hieronder verstaat men de bestudering van economie, industrie en bedrijfsleven met de bedoeling de juiste waarde van een aandeel van een bedrijf te bepalen. Deze methode richt zich met name op de beoordeling van het cijfermateriaal dat door bedrijven wordt aangeleverd, op de toelichting die daarop wordt verstrekt en de verwachtingen die worden uitgesproken. Hoewel anders wordt gezegd is het niet ongewoon om technische analyse en fundamentele analyse naast elkaar te gebruiken. Velen gebruiken bijvoorbeeld fundamentele analyse om aandelen te selecteren en stellen vervolgens met behulp van technische analyse het juiste instapmoment vast. Fundamentele analyse bestaat in principe uit vier stappen: 1)Bepaal de staat van de economie 2)Bepaal de staat van de industrie en met name de verschillende sectoren daarvan 3)Bepaal de staat van een bedrijf 4)Stel de waarde van het aandeel van het bedrijf vast. Voor de laatste twee stappen worden parameters als nettowinst, koers-winst verhouding, intrinsieke waarde per aandeel, kasstroom. solvabiliteit en dergelijke gebruikt.
  • Fundmanager
Dit is de persoon die de effectenportefeuille van een beleggingsfonds of beleggingsinstelling beheert.
  • Flipping
Eind jaren 90 waren beursintroducties van internetaandelen het geliefde speelveld van zakenbanken om snel geld te verdienen. Mede door de lovende analistenrapporten (van de hand van analisten van diezelfde banken) was de vraag naar die aandelen zo groot, dat de zakenbanken met de toewijzing van aandelen een machtsmiddel in handen hadden. Door toegewezen aandelen snel na de beursgang te verkopen aan particulieren die tijdens de beursgang weinig tot geen aandelen hadden kunnen bemachtigen werden er snel forse koerswinsten behaald door de banken. Dit staat bekend als "flipping". Andere in die tijd toegepaste technieken waren spinning en laddering. U kunt er meer over lezen in het artikel Zakenbanken op de strafbank van de Vereniging van Effectenbezitters.
  • Front Running
Onethische handel door brokers waarmee zij vooruit lopen op verwachte grote effectenorders op basis van interne informatie, die door de financiële instelling nog niet aan de klanten ter beschikking is gesteld.
  • FTI-contract
Een termijncontract oftewel future op de AEX-index. Eén FTI-contract vertegenwoordigt een waarde van 200 keer de AEX-index. Bij een AEX van 300 bijvoorbeeld komt dat neer op een hoeveelheid aandelen met een tegenwaarde van 200x300=60000 Euro met een samenstelling die overeenkomt met die van de AEX-index.
  • Future
Contract waarin de prijs wordt vastgelegd waartegen men op een vastgesteld toekomstig tijdstip een zekere hoeveelheid goederen, effecten of valuta kan kopen of verkopen.
  • G-7
De groep van zeven grootste industrielanden ter wereld: Canada, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië, Japan en de Verenigde Staten.
  • Gap
Een gap is een gebied tussen twee koers niveaus in de grafiek waartussen niet gehandeld werd. Als bijvoorbeeld in een uptrend in de daggrafiek de laagste koers van vandaag hoger ligt dan de hoogste koers van gisteren ontstaat er een gap. Gaps in een uptrend wijzen over het algemeen op een sterke markt, gaps in een downtrend zijn meestal een teken van zwakte. Gaps worden vaak -maar niet altijd- gesloten, dat wil zeggen dat er na het ontstaan van een gap veelvuldig een correctie plaats vindt waarbij er alsnog koersen tot stand komen in dat gebied. Er bestaan vier soorten gaps, namelijk het common gap, het breakaway gap, het runaway of measuring gap en het exhaustion gap.
  • Garantiefonds
Beleggingsfonds met een beperkte looptijd en een gegarandeerde minimale waarde op de einddatum.
Dit is de afkorting van gross domestic product, in het Nederlands heet dit bruto binnenlands product of afgekort BBP. Het is een van de zogenaamde economic indicators die in de VS met regelmaat bekend worden gemaakt.
  • Gedrukt
Een markt waarin het aanbod groter is dan de vraag, hetgeen leidt tot dalende koersen.
  • Geldmarkt
Markt waarop financiële instellingen op korte termijn geld uitzetten of lenen.
  • Gelimiteerde order
Opdracht om effecten te kopen onder of op een bepaalde maximumkoers of effecten te verkopen op of boven een opgegeven minimumkoers.
  • Geplaatst aandelenkapitaal
Het nominale bedrag waarvoor een vennootschap aandelen uit heeft gegeven.
  • Gifpil
Het door het toekennen van extra rechten aan bepaalde bestaande aandeelhouders bemoeilijken van een vijandelijke overname waarbij het dus gaat om een beschermingsconstructie.
  • Glad
Als een korte termijn handelaar 'glad zit' wil dat zeggen dat hij of zij geen posities heeft en wacht op een goed moment om in te stappen.
  • Goodwill
Goodwill is het bedrag dat bij een overname boven de intrinsieke waarde wordt betaald. Het wordt bepaald op grond van zaken als marktpositie, debiteuren, winstgevendheid en producten en behoort tot de zogenaamde immateriële activa.
  • Goud optie
Een optie met als onderliggende waarde 10 troy ounce goud.
  • Greenback
Populaire naam voor de Amerikaanse dollar.
  • Green shoe
Optie verleend aan een syndicaat dat namens een emittent een emissie uitvoert, om de omvang van een plaatsing van aandelen binnen een afgesproken termijn te kunnen aanpassen, dit om indien nodig de koers te kunnen reguleren of optimaal te kunnen profiteren van een succesvolle plaatsing.
  • Groeifonds
Aan de beurs genoteerd bedrijf waarvan een sterke groei wordt verwacht. Beleggers zijn bij aandelen van zo'n bedrijf met de koerswaardering vooruit te lopen op toekomstige winsten.
  • Groenfonds
Beleggingsfonds dat belegt in zogenaamde 'groene' projecten, projecten in het belang van de bescherming van natuur en milieu.
  • Guidance
Engels woord dat richtsnoer of voorlichting betekent en in de aandelenmarkt gebruikt wordt voor de bekendmaking van de vooruitzichten van een onderneming. Zo kan een bedrijf bij de bekendmaking van kwartaalcijfers bijvoorbeeld een 'positive guidance' of een 'disappointing guidance' geven, hetgeen positieve respectievelijk tegenvallende vooruitzichten betekent. Deze vooruitzichten kunnen net als de kwartaalcijfers van invloed zijn op de koers van een aandeel.
  • Handel met voorkennis
Handelen op basis van aan andere beleggers niet bekende vertrouwelijke informatie waarover men uit hoofde van zijn beroep of functie beschikt, teneinde zich ten koste van anderen op de beurs te verrijken.
  • Hang Seng index
Beursgraadmeter van de aandelenbeurs in Hongkong.
  • Haussier / Hausse
Iemand die er bij zijn handelen op de beurs van uitgaat dat de koersen zullen stijgen heet een haussier, een sterk stijgende markt noemt men een hausse-markt.
  • Head and shoulders
Koersgrafiek met achtereenvolgens een lage, een hoge en weer een lagere top. Het patroon dat in het Nederlands bekend staat onder de naam hoofd en schouders patroon geeft een trendomslag aan.
  • Hedge fund
Een hedge fund is een -vaak besloten- beleggingsfonds dat op basis van een vooraf vastgestelde strategie gebruikmakend van zowel long- als shortposities en veelal met geleend geld probeert door aan- en verkoop van derivaten een zo goed mogelijk resultaat te boeken. Het gegeven dat grotendeels met geleend geld en een hefboomeffect van afgeleide producten als opties en futures wordt gewerkt maakt deze fondsen hoewel ze de beleggingsrisico's proberen te beperken speculatief van aard.
  • Hedging
Het via termijntransacties beperken van prijsrisico's.
  • Hefboomeffect
Het verbeteren van het rendement van het eigen vermogen door met geleend geld een rendement te behalen dat uitstijgt boven de rente die over het geleende geld moet worden betaald. Over hefboomeffect spreekt men ook bij opties waar de premie van een optie verhoudingsgewijs heftiger reageert dan de koers van de onderliggende waarde.
  • Hoofdfondsen
De 25 meest actieve fondsen op de Nederlandse effectenbeurs, verzameld in de AEX index. De grootste fondsen zijn momenteel Royal Dutch Shell en ING die ieder 15% van de index vertegenwoordigen.
  • In de wind gaan
Het door de beroepshandel speculeren op een daling door stukken te verkopen die men nog niet heeft, met de bedoeling deze stukken tegen de leveringstijd goedkoper te kunnen aanschaffen en zo voordeel te behalen.
  • Indexopties
Optiecontracten die gekoppeld zijn aan een index zoals bijvoorbeeld de AEX index.
  • Index of leading indicators
Belangrijke graadmeter voor de Amerikaanse economie waarmee men drie tot zes maanden poogt vooruit te kijken. Deze graadmeter maakt deel uit van de zogenaamde economic indicators.
  • Inflatie
Stijging van het algemeen prijspeil, wat in feite een waardevermindering van het geld inhoudt.
  • Insider trading
Handel met voorkennis.
  • Institutionele beleggers
Grote instellingen als verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen die de door hen ontvangen premies beleggen en grote partijen in de VS die meer dan 100 miljoen dollar te beleggen hebben.
  • Interim-dividend
Tussentijdse dividenduitkering aan aandeelhouders. Als het boekjaar beëindigd is en het totale dividend bepaald is wordt het verschil tussen beiden uitgekeerd als slotdividend.
  • Interventie
Het ingrijpen door centrale banken op geld- en valutamarkten met het doel ongewenste rente- of valutakoersontwikkelingen af te remmen of te voorkomen. Het vermoeden bestaat dat er de afgelopen jaren ook op de aandelenmarkten geïntervenieerd is, met name na de aanslagen in New York, Madrid en London.
  • Inverse rentestructuur
Situatie waarin de korte rente (geldmarktrente, deposito's e.d.) hoger is dan de lange rente (kapitaalmarktrente, obligaties e.d.).Normaal gesproken is dit andersom. Een inverse rentestructuur wordt gezien als de aankondiging van een recessie.
  • IOCC
International Options Clearing Corporation B.V., clearing instituut dat zorgt voor de afwikkeling en garantie van alle transacties in goud-, zilver-, platina- en valuta-opties.
  • Junk bond
Dit is een hoogrentende, zeer risicovolle obligatie, zo genoemd omdat de kwaliteit onder de waarderingsstandaard van de credit rating agencies ligt. Er wordt vanwege het hoge risico een hoge couponrente betaald.
  • Kapitaalmarkt
Markt voor langlopend kapitaal, waaronder bijvoorbeeld aandelen en obligaties. De rente op de kapitaalmarkt wordt ook wel 'lange rente' genoemd.
  • Key reversal
We spreken in twee gevallen van een key reversal : 1) Als de laagste koers van vandaag lager is dan de laagste koers van gisteren, de hoogste koers van vandaag hoger is dan de hoogste koers van gisteren én de slotkoers hoger is dan de slotkoers van gisteren. 2) Onder dezelfde voorwaarden, maar met een slotkoers die lager ligt dan het slot van gisteren. De voorgaande candle wordt als het ware volledig omvat. De key reversal kondigt een trendomkeer aan, in het eerste geval een bodem in het tweede geval een top. Key reversals zijn over het algemeen betrouwbare patronen.
  • Koersdoel
Op basis van een patroon of koersbeweging kun je vaak met enige zekerheid bepalen welk niveau een koers in de toekomst zal gaan bereiken. Dit niveau noemen we het koersdoel. Veel beleggers nemen winst op een dergelijk punt, omdat de verdere beweging onzeker is. Het is overigens niet altijd zo dat een koersdoel ook altijd wordt gehaald, noch is het zeker dat een beweging bij het bereiken van het koersdoel stopt. Het koersdoel dient feitelijk slechts als richtsnoer.
  • Laddering
Eind negentiger jaren werd door zakenbanken bij beursintroducties de hype in stand gehouden door gebruik te maken van "laddering". De begeleidende bank eiste van verschillende brokers dat zij vlak na de beursgang aandelen gingen opkopen om zo de koers kunstmatig hoog te houden. In ruil hiervoor kregen ze dan bij de volgende beursintroductie extra aandelen aangeboden, waarmee het verlies van de koersmanipulatie ruimschoots overtroffen kon worden. Laddering door de zakenbanken heeft naast flipping en het uitbrengen van ten onrechte lovende analistenrapporten in grote mate bijgedragen aan het bewust creëren of in stand houden van de internethype. U kunt er meer over lezen in het artikel Zakenbanken op de strafbank van de Vereniging van Effectenbezitters.
  • Lange rente
Rente op deposito's met een looptijd langer dan vijf jaar.
  • Leading indicators
Dit zijn cijfers die met een vaste regelmaat door de Amerikaanse overheid bekend worden gemaakt en een beeld geven van de Amerikaanse economie, zij lopen daar in het algemeen op vooruit. Leading indicators behoren samen met de lagging (naijlende) indicators tot de groep economic indicators.
  • Lijngrafiek
Een lijngrafiek is een grafiek waarin de koersontwikkeling wordt weergegeven door de slotkoersen met elkaar te verbinden. In tegenstelling tot een candle grafiek wordt er geen gebruik gemaakt van de openingskoers, de hoogste en de laagste koers. Hoewel je hierdoor een deel van de beschikbare informatie mist heeft de grafiek als voordeel dat hij gemakkelijker te analyseren is, de koersbewegingen zijn voor iedereen direct herkenbaar.
  • Limiteren
Het bij een beursorder opgeven tegen welke maximale koers men wenst te kopen of tegen welke minimale koers men wenst te verkopen.
  • Liquide middelen
Direct ter beschikking staand geld zoals het eigen geld in kas en op de bankrekening.
  • Logaritmisch
In een grafiek met lineaire schaal wordt de koersverandering op de verticale as steeds met dezelfde afstand per koerseenheid weergegeven. Een verandering van bijvoorbeeld 50 naar 100 Euro is even groot als die van 500 naar 550 Euro. In het eerste geval betekent dit een verdubbeling van de koers, terwijl in het tweede geval slechts sprake is van een stijging met 10%, de grafiek geeft de verhoudingen in feite niet juist weer. Dit is met name in lange termijn grafieken en in grafieken van volatiele aandelen een nadeel, omdat men bij grote koersuitslagen in een grafiek geen juist beeld krijgt van het belang van een koersstijging- of daling. Dit is op te lossen door een grafiek met een logaritmische schaalverdeling te gebruiken, gelijke procentuele bewegingen leiden dan tot gelijke afstanden op de verticale as. Stijgt de koers dan van 50 naar 100 Euro dan geeft dat in afstand dezelfde beweging als bijvoorbeeld een stijging van 100 naar 200 Euro.
  • Lokale markt
Deel van de Euronext aandelenmarkt waar aandelen van qua omzet kleinere Nederlandse bedrijven worden verhandeld.
Het bezit van (eventueel op termijn) gekochte effecten, valuta's of goederen waartegenover geen verkoop (per gelijke termijn) staat. In de optiehandel ontstaat een long positie door de aankoop van optiecontracten.
  • Lui
Beursstemming waarin er weinig handel is.
  • M&A
Afkorting voor mergers and acquisitions oftewel fusies en overnames.
  • MACD
MACD is een afkorting van Moving Average Convergence Divergence, het is een trendvolgende indicator die gevormd wordt door de volgende lijnen : 1)de MACD-lijn die wordt berekend door twee EMA's (voortschrijdend exponentieel gemiddelden) van de koers van elkaar af te trekken. 2)de trigger-lijn die op zijn beurt wordt bepaald door een exponentieel gemiddelde van die MACD-lijn te berekenen. Er wordt een koopsignaal gegeven wanneer de triggerlijn de stijgende MACD-lijn doorkruist en een verkoopsignaal wanneer de triggerlijn door een dalende MACD-lijn heen gaat. De indicator wordt net als andere indicatoren op deze site niet gebruikt, het koersverloop is hier bepalend voor de analyses en niet de afgeleiden daarvan.
  • MACD histogram
In deze weergave van de MACD indicator wordt de triggerlijn afgetrokken van de MACD-lijn en het resultaat wordt weergegeven door middel van een staafdiagram. Doorschrijding van de nullijn geeft dan een koop- of verkoopsignaal. Op deze site worden deze signalen echter niet gebruikt.
  • Mandje
Een pakket aandelen of valuta's van een bepaalde samenstelling. Een mandje AEX aandelen bijvoorbeeld bevat alle aandelen die deel uitmaken van de AEX index, van ieder aandeel het exacte aantal waarmee het in de index vertegenwoordigd is.
  • Margin
Met margin bedoelt men zowel het bedrag dat men bij het ongedekt schrijven van opties bij bank of broker aan dient te houden als de waarborgsom die dient als zekerheid voor het nakomen van de verplichtingen die voortvloeien uit een futures contract.
  • Middelen
Het op lagere koersen bijkopen van aandelen of opties teneinde de gemiddelde aankoopprijs te verlagen. Het is geen aanbevelenswaardige praktijk daar een verliesgevende positie wordt vergroot.
  • NASDAQ
Afkorting van National Association of Securities Dealers Automated Quotations, de elektronische beursvloer van New York. 
  • Nominale waarde
Waarde zoals die staat aangegeven op een waardepapier als bijvoorbeeld een aandeel, een obligatie of een vordering.
  • NSC-systeem
Het in 2001 in Amsterdam ingevoerde NSC-systeem is een ordergedreven geautomatiseerd systeem waarbinnen de handel plaats vindt. NSC is een afkorting voor "Nouveau Système de Cotation", hetgeen betekent "nieuw systeem van notering". Alle binnenkomende aan- en verkooporders komen op dezelfde plaats samen, dit noemt men het centrale orderboek. De term boek verwijst nog naar de tijd dat orders op papier werden vastgelegd. De orders kunnen na plaatsing zonder menselijke tussenkomst worden uitgevoerd. Een order wordt uitgevoerd als of zodra er een passende tegenorder voorhanden is. Als er tegenorders in het boek aanwezig zijn zal een bestensorder altijd worden uitgevoerd, maar een limietorder moet wachten op een tegenorder die op de opgegeven limietprijs kan worden uitgevoerd. Er gelden automatisch gehanteerde voorrangsregels voor orderuitvoering. Zo heeft een order met een hogere biedprijs voorrang boven een lagere en wordt bij gelijke limieten die order uitgevoerd die het eerst was ingelegd. Koersen worden dus door de beleggers zelf gevormd, op grond van vraag en aanbod en het tijdstip van plaatsing van de orders. Het systeem bevoordeelt daarbij geen enkele belegger, kleine orders zijn even belangrijk als grote, althans theoretisch. Het orderboek is namelijk transparant. Dat wil zeggen dat elke belegger via zijn broker de actuele bied- en laatprijzen en de vraag en omvang van vraag en aanbod in een bepaald fonds of index kan zien. Zijn er grote orders ingelegd (beursjargon voor het plaatsen van orders) dan zal dat de markt wellicht beïnvloeden omdat die orders direct zichtbaar zijn voor andere beleggers. Een grote verkoopopdracht zou de markt kunnen drukken terwijl een grote koopopdracht de koers op zou kunnen drijven. Commissionairs zullen daarom altijd proberen grote orders te maskeren door ze als het ware uit te smeren over de tijd zodat andere beleggers niet zien of de orders deel uit maken van een grotere vraag of aanbod en de koers zo weinig mogelijk wordt beïnvloed.
  • Obligatie
Een als effect verhandelbare schuldbekentenis die deel uitmaakt van een openbare lening door een overheid, instelling of bedrijf. Een obligatie kent een bepaalde looptijd en aflossingsvoorwaarden en levert over het algemeen een vaste rente op.
  • Openingsveiling
Alle orders die 's morgens voor de opening zijn binnengekomen worden verzameld in het orderboek. Bij de opening is dus een verhoudingsgewijs grote liquiditeit voorhanden. Direct bij de opening vindt een veiling plaats waarbij orders daar waar mogelijk worden gekoppeld aan de in het orderboek aanwezige tegenorders en zo mogelijk uitgevoerd. Dit gebeurt in het NSC-systeem, het verloopt volgens vaste regels en is volledig geautomatiseerd. Naast openingsveilingen kent men op de Amsterdamse beurs ook de veiling in lokale fondsen en de slotveiling.
  • Opgewekt
Term waarmee men de beursstemming beschrijft als er sprake is van een levendige handel waarbij de koersen stijgen.
Het recht om gedurende een bepaalde periode (uitoefenperiode) een zeker aantal effecten te kopen (call optie) of te verkopen (put optie) tegen een vooraf vastgestelde koers.
  • Patroontransformatie
Het is na de afronding van een patroon essentieel de koersontwikkeling te blijven volgen, we moeten namelijk verifiëren dat die overeen komt met onze verwachting. Ieder afgerond patroon is een momentopname, het toont in welke richting de markt op dat specifieke moment in de tijd denkt. De markt kan later altijd nog van mening veranderen, bijvoorbeeld door een nieuwsfeit, waardoor we niet de verwachte koersontwikkeling zien. Er kan in zo'n geval een nieuw patroon ontstaan dat de veranderde mening van de markt grafisch beter weergeeft. Ik noem dit verschijnsel patroontransformatie, het veranderen van een patroon in een volgend patroon zonder dat het koersdoel van het oorspronkelijke patroon is bereikt.
  • Perpetuele obligatie
Eeuwig durende lening in de vorm van een obligatie die geen aflossing kent.
  • PMI
Dit is een afkorting voor purchasing managers index oftewel inkoopmanangers index. Dit Amerikaanse cijfer wordt op regelmatige basis door het instituut ISM bekend gemaakt en vormt onderdeel van de Amerikaanse economic indicators aan de hand waarvan men de staat van de Amerikaanse economie beoordeelt.
  • Pre-close call
Rechtstreeks telefoongesprek van een beursgenoteerd bedrijf naar een analist die het bedrijf beroepsmatig volgt. In dit gesprek worden de verwachtingen van de analist 'bijgestuurd' in de door het bedrijf gewenste richting, meestal naar beneden. Het bedrijf overtreft bij de publicatie van de cijfers vervolgens de verwachtingen, wat zowel goed is voor de analist als voor het bedrijf. 
  • Prijshoudend
Beursterm voor een stemming waarbij de koersen stabiel zijn.
  • Prospectus
Als een onderneming middels een emissie aandelen of obligaties uit gaat geven wordt door deze onderneming een financieel overzicht publiek gemaakt dat zowel door een externe accountant als door de beursorganisatie goedgekeurd is. Door deze prospectus, ook wel emissieprospectus genoemd, kan eenieder die overweegt in te schrijven zich een oordeel vormen over de onderneming.
  • Pullback
Na een uitbraak is de kans groot dat er eerst een beweging terug naar het uitbraakpunt komt voordat de beweging in de richting van de uitbraak wordt voortgezet. Dit noemt men een pullback. Een daling na een uitbraak naar boven noemt men ook wel throwback.
  • Refi- of repo-rente
De Europese Centrale Bank maakt voor het sturen van rente, het beheersen van liquiditeitsverhoudingen en het afgeven van signalen over de koers van het monetaire beleid gebruik van zogenaamde open markttransacties. De belangrijkste hiervan zijn herfinancieringstransacties, repo-transacties genoemd. Middels deze transacties vindt het belangrijkste deel van de kredietverlening aan banken plaats. Deze kredietinstellingen ontvangen liquiditeiten waarvoor zij rente betalen, de zogenaamde refi-rente of repo-rente. Er zijn twee soorten herfinancieringstransacties namelijk basis-herfinancieringstransacties met een wekelijkse frequentie en een looptijd van twee weken en iets langer lopende herfinancieringstransacties met een maandelijkse frequentie en een looptijd van drie maanden.
  • REIT
Afkorting van real estate investment trust. Het gaat om gelijkwaardig aan aandelen verhandelbare stukken waarmee u in feite direct in onroerend goed belegt. Sommige landen kennen een speciale belastingregeling voor REIT's.
Nadat een koers gedurende enige tijd gestegen of gedaald is, beweegt de koers meestal een tijd in de tegenovergestelde richting. Daarmee wordt een deel van de oorspronkelijke beweging tenietgedaan. Dit verschijnsel heet correctie of retracement. De correctie eindigt vaak op 38,2%, 50% of 61,8% van de voorgaande beweging. 
  • Royeren
Dit woord kent twee betekenissen, het kan namelijk zowel het terugtrekken van een effectenorder als het intrekken van van uitgegeven certificaten van aandelen tegen gelijktijdige afgifte van de originele aandelen betekenen.
  • Runaway gap
Een runaway gap treedt meestal halverwege een sterke stijging of daling op en biedt daardoor de mogelijkheid om een koersdoel te bepalen. Het wordt daarom ook wel een measuring gap genoemd. Het is als het ware een versnelde sprong in de richting van de trend. In een uptrend wijzen runaway gaps op een sterke markt, in een downtrend op een zwakke markt en we kunnen het zien als een soort voortzettingspatroon. In een trend kunnen meerdere runaway gaps optreden, maar het tweede runaway gap blijkt vaak achteraf een exhaustion gap te zijn. Het is daarom raadzaam een deel van de positie te sluiten als dit optreedt.
  • S&P
Afkorting van Standard and Poor's, een Amerikaanse uitgeverij van financiële publicaties die tevens een aantal belangrijke beursindices onderhoudt.
  • S&P500 index
Belangrijke brede en uit 500 louter Amerikaanse fondsen bestaande aandelenindex die een goed beeld geeft van het beursklimaat aldaar.
  • Scheef zitten
Hiervan is sprake als een belegger een verliesgevende positie aanhoudt in de hoop dat dit op den duur weer goed komt oftewel rechttrekt. Dit is te voorkomen door het gebruik van een stoploss.
  • Short covering
Het terugkopen van effecten of valuta's die men eerder verkocht heeft zonder ze te bezitten, ook wel afdekken van short posities genoemd.
  • Short squeeze
Situatie waarin tegen de verwachting van partijen die -speculerend op een daling- short zijn gegaan de koersen stijgen, waardoor deze partijen gedwongen zijn effecten in te kopen om hun positie af te dekken. Die aankopen zorgen op hun beurt weer voor extra koersstijgingen op grond waarvan nog meer short posities moeten worden afgedekt. Het is een soort tijdelijke vicieuze cirkel waarin deze kopers onbedoeld bijdragen aan een sneller verloop van de stijging.
  • Slotveiling
Om de slotkoersen niet af te laten hangen van orders die toevallig de laatste zijn is er voor het slot een korte handelsonderbreking van 5 minuten. Gedurende deze tijd worden de orders verzameld waarna er een slotveiling plaats vindt die een breed gedragen slotkoers oplevert. Op de Amsterdamse beurs kennen we naast de slotveiling ook de veiling in lokale fondsen en de openingsveiling. In de historie van deze site vindt u onderaan de analyse van 260104 nog een extra toelichting op het begrip slotveiling.
  • Solvabiliteit
De mate waarin het eigen vermogen van een bedrijf toereikend is om de verplichtingen na te komen, waarbij het eigen vermogen wordt uitgedrukt in een percentage van het balanstotaal.
  • Spinning
Topmanagers kregen in het verleden op persoonlijke basis voorrang bij aandelenemissies, dit gebeurde ook in Nederland. Zo kregen bij het World Online schandaal Van der Hoeven (Ahold) en Van Luijk (Getronics) voorrang bij beursintroducties. Deze belangenverstrengeling noemt men "spinning", het was onderdeel van een groter spel eind jaren negentig waarmee zakenbanken met technieken als flipping, laddering en het publiceren van ten onrechte lovende analistenrapporten veel geld verdienden. U kunt er meer over lezen in het artikel Zakenbanken op de strafbank van de Vereniging van Effectenbezitters.
  • Spread
Dit begrip heeft twee betekenissen. In de meest gebruikte zin betekent de term het verschil tussen bied- en laatprijs, maar bij opties kan het ook het aanhouden van een longpositie in een of meer series tegenover een shortpositie in een of meer andere series van dezelfde optieklasse inhouden.
  • Staatslening
Door de Staat uitgegeven obligaties waarmee bij een begrotingstekort wordt voorzien in de financieringsbehoefte van de overheid. Staatsleningen uitgegeven door Westerse staten worden als zeer betrouwbaar gezien daar deze staten altijd in staat zullen zijn de obligatie af te betalen.
  • Stagflatie
Het woord stagflatie is een samentrekking van de woorden stagnatie en inflatie en duidt op een periode van geringe of geheel ontbrekende economische groei waarin de prijzen aantrekken. Een dergelijke periode valt over het algemeen samen met een hausse-markt in edelmetalen, onroerend goed en andere goederen. Stagflatie stelt een centrale bank van een land voor het probleem dat de stijgende prijzen alleen middels renteverhogingen bestreden kunnen worden, terwijl voor vergroting van de economische groei juist een lagere rente nodig is. 
  • Steun
Steun is het koersniveau waarbij de kopers sterk genoeg zijn om een daling te keren of te breken. Wanneer een daling een steunniveau bereikt veert de koers op als een bal die de grond raakt en omhoog stuitert. Een doorbroken steunniveau wordt vaak weerstand.
  • Steunlijn
Lijn die door twee of meer achtereenvolgende bodems in een koersgrafiek wordt getrokken. Hoe groter het aantal bodems is waar de lijn doorheen loopt, hoe betrouwbaarder de lijn is als steun. Als een steunlijn doorbroken wordt gaat hij vaak dienst doen als weerstand.
  • Stop-Limit order
Dit is een stoploss order waarbij u een limiet aan de order meegeeft. In tegenstelling tot de gewone stoploss order komt de order bij het bereiken van de door u opgegeven activeringskoers (ook wel stoploss niveau genoemd) niet als een bestens order, maar als een limiet order in het orderboek te liggen. Dit betekent dat de order niet op de eerstvolgende koers wordt uitgevoerd, maar slechts als deze voldoet aan de door u ingevoerde limiet. Limiteren heeft als nadeel dat u niet zeker weet of de order daadwerkelijk zal worden uitgevoerd, dat hangt van de koersvorming ten opzichte van uw limiet af.
  • Stoploss of stop
Een stoploss is bedoeld om direct optredend verlies na het innemen van een positie zo klein mogelijk te houden. Het is een denkbeeldige grens waarop de belegger zijn positie sluit en zijn verlies neemt om zichzelf tegen grotere verliezen te beschermen. De belegger doet er het beste aan die grens vooraf te bepalen en zich er ook aan te houden. Als een belegger na het aangaan van een positie direct scheef zit, met andere woorden in een potentieel verliesgevende situatie zit, bestaat het risico dat hij gaat hopen dat het nog wel goed komt. Dit maakt dat hij zijn positie  niet sluit en bij iedere geringe verbetering ten opzichte van de voorgaande beweging denkt hij dat het wel weer goed gaat komen. Deze houding kan tot forse verliezen leiden. Het kan worden voorkomen door het gebruik van een stoploss (ook wel stop genoemd), al vergt dat nogal wat zelfbeheersing. Bedenk dat u het overblijvende geld beter kunt inzetten voor een winstgevende actie en troost u desnoods met de gedachte dat u altijd later,mocht uw gelijk alsnog blijken, weer in zou kunnen stappen in dezelfde positie. U heeft dan in ieder geval uw risico beperkt en dat heeft u alleen uw transactiekosten en een klein verlies gekost. Onthoud altijd het volgende: met geld dat je kwijt bent kun je niet meer beleggen.
  • Stoploss order
Een stoploss order is een order waarbij u aangeeft vanaf welke koers u wilt kopen of verkopen. Deze koers wordt ook wel activeringskoers genoemd. Zodra deze waarde wordt bereikt wordt de order als een bestens order in het orderboek van de beurs geplaatst, de order wordt dan tegen de eerstvolgende koers waarop gehandeld wordt uitgevoerd. We onderscheiden stoploss kooporders en stoploss verkooporders. Bij een stoploss kooporder voert u een activeringskoers in die boven de laatste koers ligt, bij een stoploss verkooporder gaat het om een activeringskoers onder de laatst tot stand gekomen koers. Het voordeel van de stoploss order is dat u op een vooraf bepaald punt kunt handelen zonder voortdurend de koers in de gaten te hoeven houden, het nadeel dat de activeringskoers van stoploss orders in de markt bekend is en de professionele handel er dus kortstondig naar toe kan sturen om de order mee te pakken. Het verdient daarom aanbeveling de activeringskoers niet te dicht bij weerstanden of steunen te leggen, maar enige afstand daarvan te houden om te voorkomen dat de order onnodig wordt uitgenomen.
  • Syndicaat
Combinatie van banken die specifiek gevormd wordt om de emissies van aandelen of obligaties te begeleiden of een grote lening te plaatsen.
  • Technische analyse
Het bestuderen van koersgrafieken teneinde in een zo vroeg mogelijk stadium trendwijzigingen te identificeren en de toekomstige richting te kunnen bepalen. De technisch analist zoekt met name naar terugkerende koerspatronen in de veronderstelling dat die iets zeggen over de toekomstige ontwikkeling en naar steun- en weerstandsniveaus om in- en uitstappunten te bepalen. Technische analyse kan worden toegepast op alle financiële markten en heeft zich in de loop der jaren een plaats naast de fundamentele analyse verworven.
  • Termijntransactie
Aankoop of verkoop van goederen of valuta's tegen de op het moment van afsluiten geldende prijs, maar tegen levering op een toekomstige datum.
  • Test / testen
Kort na het doorbreken van een koerspatroon, trendlijn, steun- of weerstandsniveau volgt vaak nog een tegengestelde beweging. We noemen dit het testen van de uitbraak. Meestal zal het koerspatroon, de trendlijn of het steun- of weerstandsniveau bij die poging niet of maar net worden bereikt. We noemen dan de test succesvol en de uitbraak bevestigd. De beweging wordt vervolgens in de richting van de uitbraak vervolgd.
  • Throwback
Na een uitbraak naar boven is de kans groot dat er eerst een daling in de richting van het uitbraakpunt komt voordat stijging wordt voortgezet. Dit noemt men een throwback.
  • Top
Een top is een tijdelijke of absolute piek in een koersgrafiek. Langs verschillende toppen kan een weerstandslijn worden getrokken.
  • Tracker
'Tracker' is de benaming van Euronext voor exchange-trading fund, afgekort ETF. Het is een beleggingsfonds dat op de beurs is genoteerd en daar doorlopend worden verhandeld. In promotiemateriaal zegt Euronext dat trackers de spreiding van een beleggingsfonds combineren met het gemak en de liquiditeit van een aandeel dat zeer snel en op elk moment van de dag kan worden verhandeld. Ze kunnen worden gebruikt om een index zoals de STOXX50 of AEX of een industriële sector te volgen. Ze volgen zo'n (sector)index nauwgezet daar een tracker dezelfde samenstelling heeft, met die restrictie dat er soms derivaten worden gebruikt in plaats van aandelen. De belegger die trackers koopt betaalt hiervoor beheerskosten, die overigens veel lager liggen dan die van beleggingsfondsen daar het beheer puur administratief van aard en dus beperkt is. Transactiekosten zijn hetzelfde als die van aandelen.
  • Trailing stop
Naast de gewone stoploss die dient om uw verliezen te beperken is er ook de zogenaamde trailing stop. Een trailing stop is een luxe stop die u gebruikt als uw positie op winst staat. U wilt deze positie natuurlijk zo lang mogelijk aanhouden, maar tegelijkertijd uw winst beschermen. Dit doet u door het niveau waarop u winst neemt met de koers mee op te laten schuiven. Hier komt de benaming trailing stop vandaan, de stop volgt in het spoor (in het Engels trail) van de koers. De meest eenvoudige trailing stop is de trendlijn, op het moment dat de trendlijn doorbroken wordt neemt u winst. U wordt dan zoals dat heet "uitgestopt", u zult die kreet wel eens ergens gelezen hebben. Er zijn nog alternatieven zoals het gebruik van een kort voortschrijdend gemiddelde (bij doorkruisen van het gemiddelde of bij een top van het gemiddelde stapt u bijvoorbeeld uit), of indicatoren zoals de Parabolic Stop and Reverse (Parabolic SAR) of de zigzag-indicator (ZZ) die u in de meeste technische analyse pakketten vindt. De laatste wordt ook wel moving stoploss (MSL) genoemd en is eenvoudig in het gebruik. Heeft u bijvoorbeeld aandelen dan berekent u de stop door een bepaald percentage, laten we zeggen 1,5%, van het slot af te trekken en dat niveau als stop te gebruiken. Komt de koers eronder dan stapt u uit. Wordt u niet uitgestopt en stijgt de koers de volgende dag dan berekent u de nieuwe stop opnieuw aan de hand van het hogere slot. Op deze manier stijgt de stop met de koers mee. U moet de stop echter nooit verlagen, zou de stop na de berekening lager uitkomen dan laat u hem staan op de voorgaande waarde. Zodra de koers dan onder die waarde daalt neemt u uw winst. U kunt in een dalende markt waarin u met putopties handelt de bovenstaande uitleg natuurlijk omdraaien, ook dan is het gebruik van een trailing stop belangrijk. Welke vorm trailing stop u ook gebruikt, het zorgt ervoor dat u zolang mogelijk in de markt blijft en dat resulteert in een hogere winst.
  • Trendkanaal / kanaal
Als een koers zich een aantal malen over een gelijke afstand van een trendlijn heeft verwijderd en er steeds weer is teruggekeerd kunnen we door de keerpunten een lijn parallel aan de trendlijn trekken (kanaal- of terugkeerlijn). Zo ontstaat dan een (trend)kanaal waarbinnen de koersen fluctueren. We kennen zowel stijgende als dalende trendkanalen. 
  • Trendlijn
Een opwaartse of stijgende trendlijn is een rechte lijn die opeenvolgende bodems in een uptrend verbindt en fungeert als steunlijn. Een neerwaartse of dalende trendlijn is een rechte lijn die opeenvolgende toppen in een downtrend verbindt en fungeert als weerstandslijn. De betekenis van een trendlijn wordt groter naarmate het aantal toppen of bodems waardoor de lijn getrokken wordt groter is en de tijd die de trendlijn heeft standgehouden langer wordt.
  • Triple witching
Het gelijktijdig expireren van opties, futures en opties op die futures, hetgeen heftige koersbewegingen tot gevolg kan hebben. Dit vindt vier keer per jaar plaats op de derde vrijdag van de maanden maart, juni, september en december. Het is alsof de koersen behekst zijn, zo wild kunnen de bewegingen dan zijn.
  • Uitbraak
Een uitbraak is het doorbreken van een steun, steunlijn, weerstand of weerstandslijn. Het beste moment om op een uitbraak in de 15min grafiek te kopen is als zich in de uurgrafiek een nieuwe trend ontwikkelt. Kopen op een uitbraak in de uurgrafiek kun je het beste doen als een trend zichtbaar wordt in de daggrafiek.
  • Uitnemen/uitgenomen
We noemen een steun of weerstand uitgenomen als dit punt significant wordt doorbroken. Wanneer een doorbraak significant genoemd mag worden en wanneer niet is onderwerp van voortdurende discussie onder technisch analisten. Zo zijn er analisten die een doorbraak door een weerstandsniveau in een daggrafiek pas significant noemen als de koers enkele dagen boven dat punt is gebleven, anderen zien het eerste slot boven zo'n punt al als voldoende.
  • Uitoefenen
Het door een belegger met een longpositie in opties gebruik maken van zijn of haar optierecht.
  • Valse uitbraak
Men noemt een uitbraak een valse uitbraak als de koers snel na het doorbreken van een steun of weerstand op zijn schreden terugkeert. De uitbraak is dan niet meer geldig. Een valse uitbraak geeft kracht aan in de richting tegenovergesteld aan die uitbraak.
  • Vaste stemming
Als sprake is van over een breed front stijgende koersen spreekt men van een vaste stemming. Zie ook zeer vast.
  • Veiling
Er vindt niet in alle fondsen doorlopend handel plaats, voor lokale fondsen waarin niet veel gehandeld wordt kennen we twee maal per dag een veiling.  Deze veilinghandel is bedoeld om grote koersuitslagen te voorkomen.  Als bij een doorlopende handel orders in een vrijwel lege markt zouden vallen zou dat namelijk tot grote koersbewegingen kunnen leiden. Door de orders op te sparen en twee keer per dag uit te voeren wordt de liquiditeit op de handelsmomenten vergroot waardoor de koersuitslagen een reëlere weerslag vormen van vraag en aanbod. Naast deze veilingen kent de Amsterdamse beurs ook een openingsveiling en een slotveiling, dit zijn veilingen die gelden voor álle fondsen.
  • Vennootschap
Een vennootschap is een ondernemingsvorm waarbij een onderneming al naar gelang de gekozen rechtsvorm al dan niet een zelfstandige en fiscale entiteit vormt. We kennen in Nederland vennootschapsvormen zonder rechtspersoonlijkheid als de maatschap, de vennootschap onder firma VOF of de commanditaire vennootschap CV en vennootschappen die als rechtspersoon aan het handelsverkeer deelnemen, namelijk de naamloze vennootschap NV, de besloten vennootschap BV, de commanditaire vennootschap CV en de coöperatie. 
  • Vlottende activa
Hieronder verstaat men de bezittingen van een onderneming die een levensduur van minder dan een jaar hebben. U moet dan met name denken aan banksaldi, voorraden en vorderingen.
  • Vlottende passiva
De som van korte termijn schulden en dividendbetalingen van een onderneming.
  • Volatiliteit
Een term waarmee de beweeglijkheid van aandelenkoersen of indices wordt bedoeld. De volatiliteit is een belangrijke factor in de prijsbepaling van opties. Hoe beweeglijker de onderliggende waarde is, hoe hoger de prijs is die door de koper voor een optie op die onderliggende waarde moet worden betaald of door de verkoper kan worden ontvangen.
  • Voortzettingspatroon
Een patroon dat aangeeft dat de aan het patroon voorafgaande trend waarschijnlijk zal worden voortgezet. Het wordt ook wel continuatiepatroon genoemd.
  • Vriendelijk
Beursstemming waarin over een breed front betere koersen te zien zijn.
  • Waardepapier
Dit is papier met geldswaarde, zoals aandelen en obligaties.
  • Warrant
Een verhandelbaar recht om gedurende een bepaalde tijd tegen een vooraf vastgestelde koers een zeker aantal effecten rechtstreeks van een emitterend bedrijf te kopen.
  • Warrantlening
Obligatielening waaraan behalve de jaarlijkse rentevergoeding bij de uitgifte ook een of meer warrants zijn gekoppeld.
  • Weerstand
Weerstand is het koersniveau waarop de verkopers sterk genoeg zijn om een stijgende trend af te breken of om te keren. Wanneer een stijging een weerstandsniveau bereikt veert de koers terug als een man die een trapje op klimt en zijn hoofd stoot tegen het plafond. Een doorbroken weerstandsniveau wordt vaak steun.
  • Weerstandslijn
Dit is een lijn die door twee of meer achtereenvolgende toppen in een koersgrafiek wordt getrokken. Hoe groter het aantal toppen, hoe betrouwbaarder de lijn is als weerstand. Wordt een weerstandslijn doorbroken dan fungeert hij daarna vaak als steun.
  • Werkkapitaal
Het kapitaal dat overblijft nadat van de kortlopende bezittingen (vlottende activa) de kortlopende schulden (vlottende passiva) zijn afgetrokken.
  • Willig
Beursstemming waarbij de koersen enigszins oplopen.
  • Window dressing
In het kader van beleggen betekent window dressing het aan het eind van het kwartaal of jaar zo gunstig mogelijk presenteren van de beleggingsportefeuille. Slecht renderende aandelen worden vervangen door goed presterende aandelen, zodat de portefeuille bij oppervlakkige beschouwing een beter aanzien heeft.
  • Winst per aandeel
De winst na afschrijvingen en belasting gedeeld door het aantal uitstaande aandelen.
  • Winstwaarschuwing
Bekendmaking van een onderneming dat de eerder uitgesproken winstverwachting over het lopende boekjaar naar beneden wordt bijgesteld.
  • W.p.a.
Afkorting voor winst per aandeel.
  • Yield
Yield betekent het rendement van effecten. Een hieraan gerelateerde term is yield curve hetgeen de grafische weergave is van het verband tussen de looptijd van obligaties en het rendement ervan. Een yield gap is het rendementsverschil tussen gewone en staatsobligaties. De yield ratio is de verhouding tussen het rendement op 10 jarige staatsleningen en het dividendrendement op aandelen, oftewel de lange rente gedeeld door het dividendrendement. De earnings yield ratio tenslotte is de omgekeerde koers-winstverhouding gedeeld door het rendement op 10jarige staatsobligaties. Hoe hoger dit cijfer, hoe goedkoper de beurs.
  • Zeer flauw
Beursklimaat waarbij er over een breed front sterke koersdalingen te zien zijn.
  • Zeer vast
Beursstemming met over een breed front sterk stijgende koersen.
  • Zero bond
Een zero bond is een obligatie zonder coupon, hetgeen wil zeggen dat er geen jaarlijkse rente op wordt ontvangen. Het rendement bestaat uit het verschil tussen de uitgiftekoers die ruim onder 100% ligt en de uiteindelijke aflossingskoers die meestal op 100% ligt. Het verschil is belastbaar voor de inkomstenbelasting.
  • Zwevende koersen
Valutakoersen die alleen op grond van vraag en aanbod tot stand komen en waarbij vooraf geen maximum of minimum koersen bepaald zijn.
  • Bibliografie
Dit zijn de bronnen die zijn gebruikt bij de samenstelling van deze site:

Technical Analysis Explained - Martin J. Pring (ISBN 0070510423); Beleggen om te verdienen - Dr. Alexander Elder (ISBN 9025409253); Technische Analyse in Theorie en Praktijk - Drs. M.M. Ahrens en S. Theeuwes (ISBN 9090074325); Geld verdienen met trading - Drs. M.M. Ahrens en P.J. van Gemeren (ISBN 9090111417); Winnen op de beurs dankzij technische analyse - Michel Verhaert (ISBN 9080260126); The Master Swing Trader - Alan S. Farley (ISBN 0071363092); Technical Analysis from A to Z - Steven B. Achelis (ISBN 1557388164); Metastock User's Manual - Equis International; Elliott Wave Principle - Frost and Prechter (ISBN 0417988499); Japanese Candlestick Charting Techniques - Steve Nison (ISBN 0735201811); Het maandblad "Technische en Kwantitatieve Analyse" - diverse auteurs; Next Update - Euronext

©ADN Beursanalyse

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

I

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

B