De Nasdaq ging eveneens van winst naar verlies. Het betekende in deze grafiek een daling onder het 38,2% Fibonacci niveau rond 15.440. Het 50% niveau rond 15.200 en het 61,8% niveau rond 14.960 zijn potentiële steunniveaus waar we ons door deze daling op moeten gaan richten. Verder is lijn j een potentiële steunlijn, ook daar kan een bodem volgen. De lijn is een lijn door drie bodems, waarvan de eerste in maart van dit jaar. Het leek er in oktober even op dat de lijn doorbroken ging worden, maar de index steeg na een daling eronder meteen. De Nasdaq vond steun rond 14.175, waar eerder een bodem werd gevormd. Zouden bij de huidige daling zowel het 61,8% niveau als lijn j doorbroken worden dan gaat de index opnieuw naar dat niveau 14.175.

Ook de S&P500 maakte een draai. Het verloop van deze index wijkt echter wat af van de ontwikkeling in de wee andere besproken indices, namelijk in de zin dat een slot bij een potentieel steunniveau werd neergezet. Dat niveau is het 50% Fibonacci niveau rond 4.510. Hier kan in theorie een bodem tot ontwikkeling komen. Wordt het doorbroken dan maakt dat van het 61,8% niveau rond 4.460 het volgende doel. Mocht ook dat doorbroken worden dan wordt een terugkeer naar de bodem rond 4.280 de aannemelijke daaropvolgende ontwikkeling.

Voor de Nasdaq en de S&P500 geldt dat de ontwikkeling van een hogere bodem mogelijk is. Voor de Dow ligt dat wat moeilijker, want die is al ver gevorderd in de richting van de laatste bodem. Slagen de Amerikaanse markten er in hogere bodems te genereren, bodems boven de voorgaande bodems, dan blijft een positief vervolg mogelijk. Hoewel de draai van de indices zwak is kunnen we op dit moment daarom nog niet zeggen dat het gedaan is met de stijgende trends van de graadmeters. -Ad Nooten-