• Beleggers op de Amsterdamse beurs hebben vandaag met een stijging van 2,3% van de AEX gedemonstreerd dat zij nog volop geloven in de mogelijkheid van een voortzetting naar boven. De candle van vandaag is daarvoor een potentiële basis.

• De stijging hield een terugkeer in binnen de Bollinger Bands. Dit moest zoals ik afgelopen vrijdag schreef vandaag of morgen gebeuren. Nu dit technisch herstel heeft plaatsgevonden is alles weer open, ook de kans op een daling is weer aanwezig.

• De laatste twee candles in de uurgrafiek zijn inverted hammers, ze vormen een potentiële top. De hoogste punten ervan liggen bij het 61,8% Fibonacci niveau van de daling 568 - 543,6 rond 558,7. Bij dit Fibonacci niveau is de ontwikkeling van een top zeer wel denkbaar. Morgenochtend om tien uur zal duidelijk zijn of hier een top wordt ontwikkeld, want dan weten we of de inverted hammers bevestigd worden door middel van een rode candle (dus met een daling).

• Wordt het 61,8% niveau rond 558,7 alsnog doorbroken dan hebben we Fibonacci niveaus van de daling 587 - 543,6 rond 560,2, 565,3 en 570,5 als mogelijke weerstandsniveaus.  Behalve bij deze drie niveaus kan ook bij 568,1 eventueel een top ontstaan.

• In de kwartiergrafiek heb ik Fibonacci lijnen gezet die we morgen kunnen gebruiken indien de index zou dalen. Mogelijke steunniveaus zijn dan 555,6, 553,6, 552 of 550,3. Bodemvorming is bij elk van deze grenzen een optie.

Resumerend: 

Uit de stijging van 2,3% die vandaag is verwezenlijkt in de AEX blijkt dat beleggers op onze beurs nog volop geloven in een voortzetting naar boven. De candle van vandaag is hiervoor een mogelijke basis. De stijging was echter een technisch herstel, het ging om een terugkeer binnen de banden die vandaag of morgen moest plaatsvinden. Nu we die terugkeer hebben gehad is alles weer mogelijk, dus ook een daling. In de uurgrafiek staan twee inverted hammers, met de toppen bij een 61,8% Fibonacci niveau. Dit kan zeer wel een top geven. Gaat de index omlaag dan zijn vier potentiële steunniveaus te onderscheiden waar eventueel een bodem kan ontstaan. Het gaat om de niveaus 555,6, 553,6, 552 en 550,3 in de kwartiergrafiek. Wordt het 61,8% niveau in de uurgrafiek rond 558,7 daarentegen alsnog uitgenomen dan heeft het voorgaande geen betekenis meer. We kunnen ons dan richten op het verloop ten opzichte van de grenzen 560,2, 565,3, 568,1 en 570,5 in de uurgrafiek, niveaus waar in dat geval eventueel een volgende top ontwikkeld kan worden. -Ad Nooten-

Naar boven