-
Voor wat betreft de beurshandel zit de maand februari
erop en dat maakt het me mogelijk de analyse te starten met de
maandgrafiek. Ik wacht met de plaatsing van deze grafiek namelijk het
liefst tot de maand af is en de laatste candle dus niet meer kan
veranderen.
-
Ik heb het patroon in de maandgrafiek al vaker
geschetst, er is een groot hoofd-
en schouders patroon te zien dat ik heb aangegeven met de letters S,
H en S. Na afronding van een dergelijk patroon, dat gebeurt als de koers
onder de neklijn daalt, vindt over het algemeen een daling ter grootte
van het hoofd plaats. Die afstand is de afstand tussen lijn 1 en de
neklijn B en het koersdoel heb ik bepaald door onder de neklijn op
dezelfde afstand lijn 2 te tekenen. De index heeft dat doel nog niet
bereikt, de daling stopte bij lijn 4. Lijn 4 ligt op dezelfde afstand
van de neklijn B als lijn 3 ter hoogte van de rechterschouder. De index
heeft dus eerst een daling ter grootte van de rechterschouder gekend,
een niet ongewone beweging. Zolang de index nog onder de neklijn B
blijft is het patroon geldig en moeten we daarom rekening houden met een
vervolg naar de lijn 2. Het is nu de vraag wanneer die daling plaats zal
gaan vinden.
-
De index bewoog gedurende lange tijd binnen het kanaal
FF', maar brak daar vorige maand uit naar boven. Veel analisten stellen
daarom dat de daling afgerond is en we met de laagste koers op 218 de
bodem hebben gezien. Ik deel die mening vanwege de Fibonacci
theorie niet.
-
De AEX index heeft het 23,6% Fibonacci niveau gepasseerd
en dat betekent dat een vervolg naar het 38,2% op 405 het meest
waarschijnlijk is. De neklijn B zit de index daarbij als het ware nog
"in de weg", dus het zal niet eenvoudig zijn daar te komen.
Stel nu dat de index stijgt naar het 61,8% niveau. Zou de index op of
onder dat niveau een top maken en weer gaan dalen dan is het vanuit de
Fibonacci theorie mogelijk dat we de daling ook op de lange termijn weer
vervolgen tot onder 218. Pas als de index boven het 61,8% niveau op 519
zou weten te komen zou een 100% retracement naar 703 waarschijnlijk
zijn. Tot we boven 519 zijn kan ik dus niet zeggen dat de lange termijn
daling ten einde is, die kan namelijk vanaf elk punt onder 519 worden
hervat. Enfin, laten we eerst maar eens proberen het 38,2% niveau op 405
te bereiken,dat is aan de laatste candle te zien al moeilijk genoeg.
-
De candle van deze maand is maar een kleine candle en
heeft slechts een klein lichaam. Dit komt doordat de opening en het slot
van deze maand met respectievelijk 354,51 en 356,59 erg dicht bij elkaar
lagen. Dit type candle heet een spinning
top. Het geeft aan dat er weliswaar een stijging is, maar dat die
stijging maar moeizaam verloopt. Dat zien we ook in de weekgrafiek.
-
De laatste candle lijkt sterk op een dark
cloud cover, de enige reden om hem niet zo te noemen is dat er geen
gap ontstond aan het begin van de week. U zult in een weekgrafiek echter
niet vlug gaps aantreffen, de kans dat dat gebeurt is kleiner als in een
daggrafiek of de grafieken die daaronder liggen. Het gap moet namelijk
persé op maandagochtend ontstaan. Ik wil het patroon daarom wel
behandelen als een dark cloud cover, een toppatroon uit de candlestick
techniek.
-
Wat me ook ertoe brengt het als zodanig te zien is de divergentie
tussen MACD histogram
en index. De dalende rode lijn langs de toppen van de indicator geeft
aan dat we op of nabij een top zijn. Dit past goed bij de dark cloud
cover.
-
In de daggrafiek zijn we echter nog niet zover.
-
In deze grafiek zitten we namelijk nog steeds in het
stijgend kanaal mm" en we moeten daarom uit gaan van een vervolg naar
boven. Een beweging naar 405 (38,2% maandgrafiek) is daarom zeker mogelijk.
Pas onder lijn m zouden we met meer zekerheid kunnen zeggen dat de daling
hervat zou worden.
-
Toch is er ook hier de afgelopen dagen geen sprake van een
sterke prestatie. We zijn gestegen, maar dat gebeurde met drie groen gevulde
candles. U kunt meer over de betekenis hiervan lezen als u hier
klikt en de letter K kiest. De index sloot drie dagen achter elkaar
onder de opening, iedere keer opnieuw werd er dus winst ingeleverd. De index
is al met al wel gestegen, de candles zijn in ieder geval groen, maar
indrukwekkend is het niet. In de uurgrafiek is het beeld evenmin
indrukwekkend als we naar de uurgrafiek kijken.
-
De stijging van vandaag is gestopt bij het 50% Fibonacci
niveau, we hebben daar een lagere top neergezet. Dit betekent dat de
index de daling zou kunnen hervatten, een 50% correctie is een normale
zaak. Om de stijging te kunnen vervolgen had men eigenlijk het 61,8%
niveau op 361 moeten passeren.
-
De index is ook afgeketst van de dalende lijn x en dat
is eveneens een negatief teken.
-
Doordat de daling het me nog net toeliet de lijn y te
tekenen blijft de kans op een stijging nog net gehandhaafd. Hoe de
laatste candle in deze uurgrafiek tot stand kwam zien we als we de
candles qua tijd in vieren hakken voor de 15min grafiek.

-
We zagen aan het slot een snelle daling, men bleef
kennelijk niet graag in de markt gedurende het weekend. De professionele
handel die in het laatste uur de handel domineert besloot uit te
stappen. Daarmee werd ook het gap dat vanochtend ontstond gesloten en
dat is een normale ontwikkeling. Na het sluiten van een gap kan de markt
de oorspronkelijke richting altijd weer oppakken. Voorwaarde is dat de
index boven lijn y blijft.
-
Tot slot nog een paar woorden over lijn n. U ziet dat we
gisteren onder die lijn kwamen, maar er vandaag weer doodleuk boven
openden. De lijn fungeerde weer gewoon als steun. Dalingen onder
trendlijnen willen niet veel meer zeggen tegenwoordig, ze leiden heel
vaak tot scherpe stijgingen waardoor de index weer boven de net gebroken
lijn komt. Ik heb dat verschijnsel al vaker gesignaleerd.
Resumerend: We
zien een verwarrend beeld. Vanuit de Fibonacci lijnen in de maandgrafiek
geredeneerd zouden we op zijn minst naar 405 moeten stijgen, waarbij we
onderweg natuurlijk veel weerstand zouden ondervinden van de weerstand rond
370 en de neklijn B. Wat we in werkelijkheid zien is een uiterst moeizame
koersstijging, waarbij we de afgelopen maand nauwelijks gestegen zijn. De
daggrafiek toont met drie gevulde groene candles hoe moeizaam het gaat en we
hebben daarmee in de weekgrafiek een patroon gevormd dat op een aanstaande
daling wijst. In de uurgrafiek is een lagere top gevormd rond het 50%
Fibonacci niveau en dat duidt evenmin op kracht, maar eerder op een daling.
Het enige dat die daling op korte termijn nog in de weg lijkt te staan is de
lijn y in diezelfde grafiek. De stijgende trend is ondanks alles nog intact,
maar de genoemde feiten wekken op zijn minst twijfel over de houdbaarheid
van die trend. De beurs stijgt wel, maar de overtuiging ontbreekt.
En dan nog dit....
Vandaag kwam het nieuws
dat de Europese inflatie is afgenomen van 1,9% naar 1,6%. De aandelenbeurzen
reageerden met een stijging op dat nieuws, al werd die winst later zoals we
net zagen weer prijs gegeven. Een dalende inflatie wordt door de
aandelenmarkt als positief gezien omdat de Europese
Centrale Bank daarmee de handen vrij heeft om de rente te
verlagen. Dat kan dan weer bijdragen aan de stijging op de aandelenbeurzen,
ik schreef daar eergisteren al over. Het valt echter nog maar te bezien of
deze dalende inflatie een goed teken is voor de Europese economie.
Inflatie houdt in dat
het gemiddeld prijspeil stijgt, naarmate de tijd vordert moet je meer geld
uitgeven voor dezelfde hoeveelheid goederen en diensten. Dit wordt gemeten
met behulp van de consumentenprijsindex.
Het leven wordt steeds duurder, de mate waarin het duurder wordt noemen we
inflatie of geldontwaarding. Met die laatste term wordt bedoeld dat je geld
steeds minder waard wordt, je kunt minder kopen voor dezelfde hoeveelheid
geld.
Inflatie
kan door twee factoren worden veroorzaakt. Allereerst is er de vraaggedreven
inflatie, die ontstaat wanneer de vraag naar producten sneller toeneemt dan
het aanbod. Net als op de aandelenmarkt stijgen de prijzen als gevolg van
deze onbalans en deze prijsverhoging betekent inflatie. De tweede vorm van
inflatie is de aanbodgedreven inflatie, die bestaat uit prijsverhogingen die
fabrikanten doorvoeren om gestegen kosten te compenseren of de winstmarges
te vergroten. De te compenseren kosten kunnen bijvoorbeeld ontstaan door
prijsstijgingen in grondstoffen of energie of door loonstijgingen, maar ook
door extra investeringen die benodigd zijn om groei te bewerkstelligen.
In een gezonde groeiende economie
moet er altijd inflatie zijn. De vraaggedreven inflatie neemt toe omdat
consumenten in een fase van economische groei steeds meer en duurdere
producten afnemen, de aanbodgedreven inflatie neemt toe doordat bedrijven
investeren en hun winstmarges vergroten. De geldontwaarding mag bij dat
alles natuurlijk ook weer niet te groot worden, want dan raakt een economie
oververhit. De koopkrachtdaling zorgt er dan uiteindelijk voor dat de
consument op de rem gaat staan, temeer daar het lenen van geld in een
periode van economische groei duurder is vanwege een hoger rentepeil.
De inflatie daalt al enkele jaren, al
is dat proces door de invoering van de Euro vertraagd zoals wij allen (met
uitzondering van onze politici) weten. Dit houdt in dat het algehele
prijspeil nog wel stijgt, maar niet meer zo snel als voorheen. Op vele
terreinen dalen de prijzen en dat weerspiegelt zich een minder snel stijgend
prijspeil. Je kunt nu de redenering in de vorige alinea omdraaien. Bedrijven
kunnen niet meer investeren, doordat ze de prijsverhoging die noodzakelijk
zou zijn om deze investering terug te verdienen niet door kunnen berekenen
aan de klant. Ook het verhogen van winstmarges ten koste van de consument is
in deze fase vanwege de steeds feller wordende prijsconcurrentie niet meer
mogelijk. De consument op zijn beurt ziet sommige prijzen voor het eerst in
jaren dalen en stelt daardoor zijn aankopen uit, producten kunnen immers nog
goedkoper worden. Bedrijven kunnen in deze fase nog slechts hun winst
vergroten door fors te snijden in hun kosten en minder te investeren.
Concluderend kan ik stellen dat een
dalende inflatie dus gekoppeld is aan een afnemende economische groei
oftewel een recessie. Een afnemend inflatiepeil is slecht nieuws voor de
economie en bij dat nieuws past eigenlijk geen stijging van de
aandelenbeurzen. -Ad Nooten-
|