
- Op 4 december 2003 plaatste ik een analyse van de S&P500 index
getiteld S&P500
index heeft potentieel omkeerpunt bereikt waarin ik constateerde dat de
AEX op een belangrijk punt stond, namelijk op het 38,2% Fibonacci
niveau. Dat was een potentieel omkeerpunt en vanwege de divergentie
hield ik rekening met een daling. Twee weken na mijn analyse brak de index
door dit 38,2% niveau heen, daarbij de divergentie negerend. Dit was een
onverwachte ontwikkeling die een stijging opleverde waardoor ook de AEX nu
ook omhoog beweegt. Het heeft ons zelfs boven de lange termijn dalende lijn
F' gebracht. Het doel van deze nieuwe analyse van de S&P index is
te bepalen wat de stijgingspotentie is en hoe de stijging van deze index tot
stand is gekomen.
- Kijken we allereerst naar de Fibonacci lijnen, dan kunnen we constateren
dat de index het volgende potentiële omkeerpunt op 1160 bijna heeft
bereikt. Het bijzondere is dat de divergentie tussen index en MACD
histogram daarbij niet verdwenen is. De indicator is nog steeds onder de
dalende rode lijn die ik over de toppen van die indicator getrokken heb.
Divergentie is normaalgesproken een teken van een top of de nabijheid van
een top en dat geldt zeker voor deze langdurige divergentie.
- De vraag is nu waarom de index door het 38,2% is gestegen en of ik dat had
kunnen voorzien. Ik heb daarvoor een extra indicator toegevoegd aan de
grafiek, de Relatieve Sterkte Index, die u in de literatuur ook wel tegen
zult komen met de afkorting RSI. In het Engels heet deze indicator Relative
Strength Index. Deze indicator is een zogenaamde momentum indicator die
afgeleid wordt van de koers en wordt weergegeven op een schaal van 0 tot
100. Komt de indicator onder 30 dan noemen we de index of het aandeel
waarover de grafiek gemaakt is oversold, de zone tussen 30 en 70 is de
neutrale zone en komt de RSI boven 70 dan is de index of het aandeel
overbought. Op het moment dat de index op 38,2% stond bevond de RSI zich in
het neutrale gebied en maakte een min of meer gelijke top net onder de lijn
op 70. De RSI vertoonde dus eveneens divergentie en de enige factor die me
wellicht ertoe had kunnen brengen rekening te houden met een stijging was
dat de RSI nog niet op overbought stond. Achteraf is het natuurlijk altijd
gemakkelijk redeneren, technische analyse blijft een kwestie van keuzes
maken waarbij je als analist beslist wat je wel en wat je niet gebruikt.
Indicatoren willen nog wel eens wisselende resultaten geven waardoor ik er
na jaren waarin ik er erg veel gebruikt heb terug ben gegaan naar de basis,
de grafiek met een enkele indicator.
- De situatie van dit moment is dat de divergentie tussen MACD histogram en
index door de stijging nog steeds niet verdwenen is en dat de RSI op
overbought staat. Verder heeft de index maar liefst 8 groene candles achter
elkaar staan, een stijging van 8 weken achter elkaar heeft voor het laatst
in het begin van 1998 plaats gevonden. De index is daarnaast vanaf de bodem
tot vandaag al met ruim 44% gestegen zonder een enkele noemenswaardige
daling. Bovendien is de markt vlak bij het
50% niveau en tenslotte ligt er rond 1170 ook nog eens weerstand van enkele
oude toppen. Je zou door dit alles zeggen dat de markt rijp is voor een
correctie. We gaan kijken wat de daggrafiek daarover zegt.

- Voordat ik naar de toekomst kijk wil ik eerst nog eens naar de
koersontwikkeling kijken. In deze grafiek was al enkele maanden sprake van
divergentie. Het MACD histogram zette voor het eerst in september vorig jaar
een lagere top neer, waardoor ik de dalende rode lijn kan trekken. Ook bij
de RSI daaronder is een dalende lijn te trekken, ook daar was sprake van
divergentie. Er was dus alle reden om met een daling rekening te houden en
ik schreef op 4 december dat het kanaal cc' daar een beslissende rol in zou
spelen. De index brak tegen mijn verwachting in naar boven uit waardoor
zoals ik in dezelfde analyse schreef een ander scenario in beeld kwam,
namelijk een stijging naar 1160. Die stijging hebben we de afgelopen weken
gezien, maar de manier waarop dat gebeurde is uitzonderlijk zoals ik
hierboven bij de weekgrafiek al zei. Een stijging van 8 weken lang heeft
slechts jaren geleden plaats gevonden in de tijd dat iedereen nog dacht dat
aandelen alleen maar konden stijgen. Men noemde het zelfs heel arrogant de
"nieuwe economie". Inmiddels zouden we beter moeten weten, maar
wonderlijk genoeg lijken de tijden zich in dit opzicht te herhalen. In
plaats van een stijging van enkele weken gevolgd door een test
van lijn c' blijft men voortdurend stijgen.
- De divergentie tussen MACD histogram en index is gebleven, de indicator is
nog steeds onder de dalende rode lijn. Dit zou zo langzamerhand een daling
moeten gaan veroorzaken.
- De RSI heeft zijn eigen dalende rode lijn gebroken, maar bevindt zich in
het overbought gebied en dat geeft eveneens aanleiding om met een daling
rekening te houden. Bovendien is de RSI bij de stijging van de laatste
candle ten opzichte van het topje daarvoor op een lagere waarde gekomen en
dat is eveneens divergentie.
- De stijging met als steun lijn d is op een bijzondere manier tot stand
gekomen, de index kreeg een aantal dagen met name in het laatste uur van de
handel als alleen de professionals nog aan het werk zijn een schop omhoog
met als resultaat de candles 1, 2 en 3. Onder punt 4 ontstond een engulfing
bearish line, een toppatroon dat in een daggrafiek over het algemeen
betrouwbaar is. De index daalde onder de steunlijn d, maar dat leidde niet
tot een daling. Dat is uitermate vreemd, zeker omdat deze neerwaartse
uitbraak vrijwel meteen werd gevolgd door een stijging tot boven het
toppatroon. Alsof er geen neerwaartse doorbraak is geweest stijgt de S&P
gewoon verder !
- U zult nu zeggen dat er toch een koersdoel van 1160 is, maar dat betekent
niet dat de index daar in één beweging naar toe moet lopen door onderweg
allerlei verkoopsignalen te negeren. De uitbraak door lijn c' is ook nog
niet eens getest. Normaliter moet een index na een uitbraak terugkeren naar
het punt van uitbraak, men noemt dit het testen van de uitbraak. Wordt er
dan op of boven de lijn een hogere bodem gemaakt dan vormt die de basis om
verder te gaan naar het koersdoel. Dit leidt me tot de conclusie dat de test
van de uitbraak dus nog plaats zal moeten vinden, de index moet eerdaags nog
gaan dalen naar lijn c'.
Resumerend: Na de stijging boven het
38,2% niveau is de S&P500 index onderweg naar het 50% niveau op 1160 en
heeft dat vrijwel bereikt. Dit is in één streep gebeurd, waarbij divergentie
noch daling onder een steunlijn de stijging konden stoppen. De graadmeter heeft
daarbij maar liefst 8 weken van voortdurende stijging achter de rug, hetgeen in
jaren niet is voorgekomen. Inmiddels stapelen de aanwijzingen voor een daling
zich op, maar tegelijkertijd moeten we constateren dat een deel van diezelfde
aanwijzingen de afgelopen maanden ons jammerlijk op het verkeerde been hebben
gezet. Als zelfs een daling onder een steunlijn gevolgd wordt door een stijging
past mij als technisch analist alleen bescheidenheid, zeker in een daggrafiek
had dit volgens de geldende theorieën namelijk op zijn minst moeten leiden tot
een tijdelijke daling. Het is overigens niet alleen dit signaal dat men
genegeerd heeft, in de onderliggende uurgrafieken zijn heel wat toppatronen net
als in de AEX gepasseerd alsof ze er niet stonden. Ik moet daarom zeer
voorzichtig zijn met mijn conclusie. Normaalgesproken zou de index bij het
bereiken van 1160 à 1170 moeten gaan toppen, om de steun van lijn c' te gaan
testen. Zou de index daarbij boven de lijn a in de weekgrafiek blijven dan kan
men verder naar het 61,8% niveau op 1255. Komt men daaronder dan zou een test
van de steun rond 950 in het verschiet liggen. Helaas kan ik geen garanties
geven van die komende daling vanwege de huidige hype, die zoals we zagen qua
karakter vergelijkbaar is met de hype enige jaren geleden. Het grote nadeel van
een hype is namelijk dat je niet kunt zeggen wanneer die afgelopen is. We hebben
geleerd dat dat heel snel kan komen, wees dus attent. -Ad-