|
-
De maand juli is voorbij en dat
betekent dat ik de analyse met een maandgrafiek van de AEX index
start. We zagen afgelopen vrijdag in de weekgrafiek de stijgende
trend al die zich tussen de lijnen g en e afspeelt. De beurs
heeft deze maand een groene candle gecreëerd waardoor we in
principe naar de bovenkant van het kanaal zouden kunnen gaan,
hetgeen ons boven de 500 punten grens zou kunnen gaan brengen.
Weten we het 50% Fibonacci
niveau rond 460,5 nogmaals te passeren en boven de top van dit
jaar op 478,44 te komen dan wordt lijn e het doel.
-
We zouden dan tevens naar het
61,8% niveau kunnen gaan dat net onder 520 op 517,8 ligt. We
zouden in dit scenario de komende maanden verder moeten gaan
stijgen en geen lagere top neer moeten zetten, dat laatste zou
immers roet in het eten kunnen gooien. Op dit moment ziet het
lange termijn beeld er in ieder geval voorspoedig uit.
-
Dat is ook in de
daggrafiek het geval. Een stijging
boven 478,4 is zoals ik vrijdag schreef gezien de afronding van het omgekeerde
hoofd en schouders patroon zeker haalbaar. Voorwaarde is dat we niet voordat het koersdoel bereikt is onder
de neklijn n van het hoofd en schouders patroon komen, dat zou
het patroon zoals ik u vorige week uitlegde op slag zijn waarde
doen verliezen.
-
U ziet in deze
grafiek de vrij snel stijgende trendlijn m waarmee we in de
richting gaan van de stippellijn rond 460 die ik als eerste
richtpunt gebruik. Daar een stijging als deze die in deze
grafiek nogal steil oogt over het algemeen maar een beperkte
lengte heeft verwacht ik een dezer dagen een correctie, wellicht
al voordat we 460 bereikt hebben, bijvoorbeeld om de voormalige
weerstand rond 446,6 of de neklijn n als steun te testen.
Het is echter moeilijk in te schatten wanneer deze beweging zal
starten. We zijn vandaag al licht onder lijn m gesloten, iets
dat in de daggrafiek overigens niet goed zichtbaar is, het zou
dus morgen al kunnen gebeuren.
-
De Bollinger
Bands geven hier in ieder geval nog niets van aan, hetgeen
trouwens niet vreemd is daar het om een naijlende indicator gaat die
zich niet in alle situaties even goed leent voor het maken van
voorspellingen. Wat we hierin zien is een mooie stijgende trend waarin
de index en de bovenste lijn samen naar boven optrekken, een ideale
situatie die zich zonder daar garanties voor te geven leent voor een
voortzetting naar boven.
-
In de uurgrafiek is beter
dan in de daggrafiek te zien dat we ons onder lijn m bevinden. We zijn
in de loop van de middag door de lijn gezakt, iets dat tot dusverre nog
geen negatieve consequenties heeft gehad. De index is namelijk tegen
lijn m aan blijven liggen, kopers wisten een verdere daling met succes
aan te vechten.
-
Zij deden dat door in de
kwartiergrafiek al snel na de daling onder lijn m een stijgende lijn tot
stand te brengen waarmee de Amsterdamse beursgraadmeter onderlangs lijn
m omhoog bleef bewegen. Het lijkt tegenwoordig een vaste gewoonte van
beleggers om op deze manier op dalingen onder trendlijnen te reageren,
het is niet meer het verkoopsignaal dat het vroeger was. Hoewel dat het
moeilijk maakt om een voorspelling te maken blijf ik toch maar naar de
koersontwikkeling ten opzichte van lijn m kijken.
-
Blijven we onder lijn m
dan ga ik van een vervolg naar beneden uit waarbij de stippellijn rond
450,4 mijn eerste korte termijn doel is. Ik wil dan rond lijn q nog wel
verifiëren dat we daadwerkelijk door die lijn zakken.
-
Weet Amsterdam de index
terug te brengen boven lijn m en vervolgens ook boven 455 dan volgt een
nieuwe stijging naar lijn p waardoor we op de meest directe wijze, dus
zonder eerst op een lager niveau steun te zoeken, naar 460 gaan.
Resumerend:
U heeft in de maandgrafiek gezien
dat de lange termijn trend naar boven gericht is, zouden we voorbij
478,44 weten te komen dan worden lijn e en het 61,8% Fibonacci
niveau rond 517,8 de doelen voor deze lange termijn beweging. In de
daggrafiek ligt er rond 460 nog weerstand, wat voor mij vorige week
aanleiding was om dat als eerste richtpunt aan te houden. Of we daar
rechtstreeks naar toe gaan zal van de koersontwikkeling ten opzichte
van lijn m afhangen. Trekken beleggers zich niets aan van de daling
onder deze lijn en brengen zij de index boven deze lijn en de
laatste top in de kwartiergrafiek op 455 dan kan de index op de
meest directe manier door naar 460. Zolang de index zich onder lijn
m bevindt ga ik echter uit van een daling, om te beginnen naar
450,4, waarbij ik onderweg bij lijn q in de kwartiergrafiek nog wel
controleer dat we daar doorheen zakken. Zolang we overigens maar
boven neklijn n en de horizontale steun rond 446,6 blijven handhaaf
ik ook bij zo'n daling echter de waarde 460 als eerste mikpunt,
waarbij ik me baseer op het omgekeerde hoofd en schouders patroon
dat ons vorige week vertelde dat we nog veel hoger kunnen.
En dan nog dit...
"Lopen wij voor op de DAX en volgt
die index ons later of lopen wij te ver vooruit op de DAX en moeten
we straks met de staart tussen onze benen terug?" Met die zin
begon ik vorige
week donderdag op deze plaats een vergelijking tussen de
koersontwikkeling van de DAX en de AEX index. Dit ontlokte aan een
lezer de opmerking dat het er maar net aan ligt met welk
tijdsvenster je naar de grafieken kijkt, een terechte opmerking
waarvan ik de waarde aan de hand van een maandgrafiek van de DAX wil
illustreren.
- Vergelijken we de maandgrafiek
van de AEX bovenaan deze pagina met deze maandgrafiek van de DAX
dan is het eerste wat opvalt de gelijkvormigheid van de
bewegingen. Beide indices bevinden zich in een stijgend lange
termijn trendkanaal.
- Kijken we echter wat
nauwkeuriger dan zien we een belangrijk verschil, de DAX heeft
dit jaar namelijk een hoogste punt een stuk boven het 61,8% Fibonacci
bereikt, terwijl onze AEX iets boven het 50% niveau is gekomen.
Vanuit lange termijn perspectief loopt de AEX dus achter op de
DAX en zou een snellere stijging van de AEX dus een inhaalslag
betreffen. Het is dus maar net hoe je het bekijkt. -Ad Nooten-
Naar boven
|
