-
Maakt u de borst maar nat en het weekend vrij voor
studie ;-)), er komt
een lange analyse aan met acht (!) grafieken. Ik wil deze analyse
beginnen met de maandgrafiek, vandaag was immers de laatste dag van de
beursmaand.
-
In deze grafiek staat een enorm hoofd-
en schouders patroon dat vaste lezers al vaker hebben gezien en dat
patroon vormt een zeer belangrijk element in mijn lange termijn analyse.
We hebben de neklijn B van dit patroon vorige maand getest, maar
slaagden er niet in door de lijn heen te breken. Daardoor is het patroon
geldig gebleven en moeten we vanuit deze grafiek voor de zeer lange
termijn -jaren- uitgaan van een forse daling. Na een test
van de neklijn volgt namelijk over het algemeen een daling ter grootte
van het hoofd, ik heb dat geïllustreerd door vanaf de neklijn een
groene lijn naar beneden te trekken die even lang is als de groene lijn
langs het hoofd en de onderkant van de groene lijn is dan het koersdoel.
Op deze manier komen we bij de stippellijn uit die rond 60 punten ligt. U
leest het goed, het zou in de komende jaren kunnen leiden tot een AEX
van zestig punten. Natuurlijk kan er nog van alles veranderen -laten we
het hopen- maar om het patroon ongeldig te maken zal de index boven de
neklijn moeten komen.
-
De index staat in deze maandgrafiek ongeveer op de lijn
r die langs de bodems getrokken is, zou de index volgende maand onder
deze lijn dalen dan is dat een belangrijk negatief signaal. We zullen
verderop zien dat de index in de grafieken met een korter tijdsvenster
al onder lijn r is gekomen, deze grafiek geeft mits we volgende week
meteen op 355 of zo dicht mogelijk daarbij openen en de rest van de
maand niet meer daaronder dalen theoretisch nog ruimte tot herstel.
-
De divergentie
tussen de index en het MACD
histogram onder de grafiek spreekt echter andere taal. De indicator
in de vorm van een staafdiagram heeft bij de recente top van de index
een lagere top gemaakt en wijkt daarmee in gedrag af van de index. Dit
betekent dat er een gerede kans is dat de top hiermee is gezet en dat er
geen nieuwe poging meer zal komen om de neklijn te breken.
-
Het laatste punt bij deze maandgrafiek is dat vorige
maand een bearish
harami gevormd werd en dat is een toppatroon. Deze maand zagen we
een rode candle waarmee dat toppatroon bevestigd is.
-
Er is nog een andere manier om de maandgrafiek te
presenteren, namelijk als logaritmische
grafiek. De schaalverdeling van deze grafiek wijkt af, naarmate een
koers verder stijgt komen de getallen in de schaalverdeling dichter bij
elkaar te liggen. De gedachte hierachter is dat een beweging van
bijvoorbeeld 100 naar 200 even groot moet zijn als een beweging van 400
naar 800, omdat het in beide gevallen om een stijging van 100% gaat. De
verhouding tussen de koersbewegingen onder- en bovenin de grafiek is dan
procentueel hetzelfde en dat maakt de grafiek eerlijker. Bepalen we in
deze grafiek op eenzelfde wijze als bij de voorgaande grafiek het
koersdoel door de afstand tussen neklijn B en stippellijn 1 door de top
te meten en deze dan onder de neklijn uit te zetten dan komt het
koersdoel stippellijn 2 op 200 uit, een koersdoel dat we eerder niet
haalden en u daarom als alternatief koersdoel zou kunnen hanteren als u
gelooft in logaritmische grafieken.
-
Deze methode gaat uit van het feit dat de daling vanaf
de neklijn naar beneden hetzelfde percentage zal bedragen als die van
het hoogste punt van het hoofd naar de neklijn. Het wijkt af van de
theorie die hiervoor over het algemeen gebruikt wordt waarin sprake is
van een daling met een gelijk aantal punten in plaats van een daling met
een gelijk percentage en daarom geloof ik er niet zo in. Dat is echter
een subjectief oordeel dat ieder voor zich moet maken. Sommigen geven
aan deze manier van rekenen de voorkeur omdat een koersdoel van 200
realistischer klinkt dan een van 60 punten, dat is naar mijn mening geen
juiste argumentatie.
-
In deze logaritmische grafiek is de index al onder lijn
r gekomen zoals we hieronder trouwens ook in de logaritmische
weekgrafiek goed kunnen zien.
-
Kijken we in deze grafiek dan is de doorbraak van lijn r
al een feit. Ik geef echter vanuit mijn methode -die bestaat uit het
bestuderen van grafieken met diverse tijdvensters in relatie tot elkaar-
de voorkeur aan lineaire grafieken, omdat ik dan de grafieken startend
met de maandgrafiek steeds verder kan uitvergroten door steeds naar een
grafiek met een kleiner tijdsvenster te gaan. In korte termijn grafieken
als kwartier- en uurgrafiek hanteert de markt alleen lineaire grafieken
en in daggrafieken eveneens. Wil ik die grafieken in relatie met maand-
en weekgrafiek goed kunnen beoordelen dan gebruik ik voor die grafieken
dan ook liever lineaire grafieken opdat de verhoudingen in alle
grafieken hetzelfde zijn.
-
Daarom neem ik u weer mee terug naar de lineaire
grafieken, te beginnen met de weekgrafiek. De index is deze week onder
lijn r gekomen, maar de uitbraak was nog maar beperkt. De Amerikaanse
beurzen zijn op vrijdagavond terwijl ik dit schrijf aan een opmars
bezig en het ziet er naar uit dat zij flink hoger gaan sluiten, het ligt
dan ook voor de hand dat wij maandag hoger openen en de index weer terug
boven lijn r kan komen. Het zou een ongewone beweging zijn, maar in het
licht van wat er op de Amerikaanse beurzen gebeurt is niets vreemd meer.
Daar kende de Dow vandaag een hoofd-
en schouders patroon met de neklijn op 10080, daalde onder die
neklijn naar 10048 hetgeen technisch een verkoopsignaal was, maar steeg
vervolgens weer boven die neklijn waardoor het patroon zijn waarde
verloor. Men heeft daar in de VS klaarblijkelijk een extra potje geld
voor dat men kan inzetten op momenten dat er echt gevaar voor een forse
daling is. Bij dit soort manipulatie kan ik er maandag ook niet meer
verbaasd over zijn als de index weer terug zou keren boven lijn r, want
in de Verenigde Staten mag en kan op de beurs kennelijk alles. Technisch
gesproken zou het natuurlijk een vreemde zaak zijn, kijkt u maar eens
met me mee naar de daggrafiek.
-
Hoe verder we inzoomen hoe beter te zien is dat de index
echt onder de steunlijn r is gekomen, die steunlijn zou bij een
eventuele stijging volgende week als weerstand dienst moeten gaan doen.
De lijn ligt maandag op 353.
-
Er is één element dat voor maandag een mogelijke
stijging aangeeft en dat is de divergentie
tussen het staafdiagram (MACD
histogram) en de index. Tijdens de laatste daling van de index is er
in dat staafdiagram geen lagere bodem gemaakt en dat geeft aan dat de
markt wellicht een bodem heeft gemaakt.
-
Dit is in tegenspraak met de Fibonacci
methode waarin de index onder het 38,2% niveau is gekomen, waarvan normaal gesproken een vervolg naar het 50%
niveau op 344 het resultaat zou zijn. De Amerikaanse beurs vindt op een
bijzondere -onverklaarbare- manier na een verkoopsignaal steun en dat
zorgt bij ons voor een bodem tussen twee Fibonacci niveaus in. Het is,
hoe irritant ook, een gegeven dat ik zal moeten accepteren.
-
Alleen de horizontale steun rond 345 van voorgaande
toppen uit november en december van vorig jaar kan ik nog als
argumentatie voor een bodem op dit niveau aandragen, maar daar heb ik
echt naar moeten zoeken.
-
De Bollinger Bands geven nog steeds een negatief beeld.
De index is bij de onderste band gebleven, al ligt hij er niet helemaal
tegenaan. Nabijheid is echter genoeg om de daling voort te kunnen
zetten, zoals we bij de stijging in februari ook zagen toen de index
verder steeg zonder dat de candles contact maakten met de bovenste band.
Alleen als de index maandag meer afstand neemt zou een beweging naar de
middellijn kunnen volgen. Die middellijn kan de beweging niet bijbenen
en ligt rond 361. Nu ligt de index evenwel nog dicht genoeg bij de
onderste band om van de voortzetting van de daling uit te kunnen gaan.
-
In de uurgrafiek ziet u een tweetal nieuwe lijnen die
samen het kanaal xx' vormen. De lijnen lopen niet genoeg naar elkaar toe
om van een dalende wig
te kunnen spreken, maar de lijnen zijn desondanks goed bruikbaar. Een
stijging boven lijn x' zou een herstel inluiden, zolang we onder die
lijn zijn ga ik uit van de voortzetting van de daling.
-
U ziet tevens nog een tweetal gaps
die nog niet gesloten zijn, de index is namelijk nog niet teruggekeerd
op deze koersniveaus. Het eerste ligt tussen 358,6 en 364,3 en het
gegeven dat gaps meestal gesloten worden maakt dat ik al een tijd in
mijn analyses rekening met een stijging hou. Het is nu complicerend dat
we onder lijn r in de daggrafiek zijn gekomen, willen we deze gaps nog
sluiten dan zullen we daar weer naar boven doorheen moeten breken.
-
Kijken we tenslotte in de grafiek met het kortste
tijdsvenster, waarvan haast niet voor te stellen is dat het om een
miniem deel van de maandgrafiek waarmee ik begon gaat, dan zien we steun
rond 346 en net daarboven. De laatste bodem kwam tot stand op het moment
dat Wallstreet ineens van 10060 wist te herstellen, het is een piercing
line die aangeeft dat de markt hier graag het laagste punt van zou
willen maken.
-
Maandag kijk ik allereerst naar de opening in relatie
tot de steun op 346 en de weerstand op 349,7. Zodra we boven 349,7 weten
te komen gaan we naar lijn x alwaar we moeten volgen of de markt in
staat blijkt die lijn te breken. Zolang we tussen 346 en 349,7 zijn is
de zaak onbeslist, al geef ik dan vanwege de dalende trend en het
koersdoel 344 uit de daggrafiek een daling het meeste kans. Onder 346
zetten we de beweging door naar lijn x en ligt er op 344 steun, onder
dat punt zouden we naar het volgende Fibonacci niveau in de daggrafiek
op 335 gaan.
Resumerend:
Tegen mijn gewoonte in heb ik vandaag mijn analyse wat later gemaakt en
werd daardoor geconfronteerd met tegenstrijdigheid tussen mijn analyse en de
beweging die maandag op grond van de stijging van de Amerikaanse beurzen mag
worden verwacht. Om met de analyse te beginnen, die laat nog steeds geen
vrolijk stemmend beeld zien. De index is in de maandgrafiek onder de neklijn
B gebleven en heeft de bearish harami, het toppatroon dan vorige maand
ontstond, bevestigd en dat geeft aan dat de top van de stijging definitief
gezet zou zijn. Ook de divergentie tussen index en MACD histogram pleit
daarvoor. De maandgrafiek is nogal grof van aard en daarin is niet goed
zichtbaar wat in week- en daggrafiek wel goed te zien is, de index is door
de lijn r gezakt die terug gaat tot de bodem op 2003, ook dat is een
negatief gegeven. In de daggrafiek bevinden we ons tussen twee Fibonacci
niveaus in en dat zou een voortzetting naar 344 of 335 rechtvaardigen.
Alleen divergentie en steun van oude toppen rond 345 wijst op een mogelijke
stijging, maar daar heb ik echt naar moeten zoeken. De Bollinger Bands laten
een zuivere dalende beweging zien, net als het kanaal xx' in de uurgrafiek.
Als ik niet wist wat ik nu om 21.45u weet, namelijk dat de Amerikaanse
beurzen op een flinke winst staan en dat Amerikaanse beleggers ook niet
aarzelen om tot het laatste moment van de handel te blijven kopen, dan had
ik gezegd dat we volgende week een vervolg van de daling gaan zien. Nu ben
ik echter gedwongen niet geheel en al af te gaan op mijn analyse, maar ook
de mogelijkheid van een stijging in beschouwing te nemen. Daar gaat 'ie dan.
Maandagochtend zijn allereerst de grenzen 346 en 349,7 van belang. Weten
we boven 349,7 te komen dan maken we ons op voor een poging de dalende lijn
x' te breken. Die lijn valt ongeveer samen met de lijn r in de daggrafiek
die rond 351 ligt. Weten we boven die lijn te komen dan was de uitbraak
onder lijn r een valse
uitbraak en kunnen we volgens de Bollinger Bands een stijging naar 361
gaan maken. Tussen 358,6 en 364,3 ligt nog een niet gesloten gap, we kunnen
dus pogen dat gap in te gaan en het te sluiten. Blijven we in geval van een
stijging toch onder lijn x' dan zetten we de daling toch nog voort en kunnen
we zelfs 344 nog gaan zien, maar dat weten we pas zeker als we onder 346
zouden komen. Dat is namelijk de tweede grens die ik in de gaten hou, onder
die grens gaan we naar 344 of 335. Zolang we tussen 346 en 349,7 zijn moet
ik afwachten wat het wordt, al acht ik in dat geval vanwege de dalende trend
waarin we ons onmiskenbaar bevinden de kans op een voortzetting naar beneden
het grootst. Hoe dan ook, de Amerikaanse beurzen hebben me vandaag voor een
raadsel gesteld waarvan ik pas maandag zal weten hoe het uit gaat werken.
En dan nog
dit....
Terwijl de Italiaanse financiële wereld op een dubieuze manier ABN AMRO
buiten de deur houdt hullen premier Balkenende en andere
regeringsvertegenwoordigers zich in stilzwijgen. Het zijn eurocommissaris
Kroes en bankpresident Wellink die de hete kolen uit het vuur mogen halen,
maar de toch met normen en waarden doordrenkte premier Balkenende bemoeit
zich -althans publiekelijk- niet met deze duistere zakenpraktijken. Hoewel
je mag hopen en eigenlijk ook mag verwachten dat hij achter de schermen al
met zijn collega Berlusconi heeft gebeld is daarover nog niets bekend
gemaakt. Balkende staat voor een dilemma. Hij is zo druk bezig met het
verdedigen van Europa en de Europese grondwet dat hij zich in het openbaar
maar moeilijk negatief over deze affaire uit kan laten, uit angst dat het de
uitslag van het referendum over de grondwet zal schaden. Dat doet het echter
al. Het feit dat een volstrekt legitiem en ruim bod van ABN AMRO op deze
achterbakse manier wordt afgeweerd door het Italiaanse financiële
establishment laat het werkelijke Europa zien: ieder voor zich, God voor ons
allen. Je kunt binnen Europa prachtige afspraken maken, maar als een van de
partners meent zich niet aan die afspraken te hoeven houden past men gewoon
de afspraken aan of bereikt men het gestelde doel op een andere manier. We
zagen dat ook al bij het speciaal voor Duitsland en Frankrijk gewijzigde
stabiliteitspact. De door Balkenende zo bejubelde grondwet doet aan deze
werkelijkheid niets af. -Ad-
Naar boven
|